Sinds een medegevangene zuur in zijn ogen gooide, ziet Miquillio niets meer.
De 29-jarige Miquillio zat in de Penitentiaire Inrichting (PI) Heerhugowaard toen hij op dinsdagochtend 22 november naar de recreatiezaal ging. Zojuist had hij in een kantoor van Humanitas zijn 8-jarige dochtertje erkend. Er stonden drie gedetineerde bij elkaar in de zaal,waarvan de laatste een plasticbekertje in zijn hand had. Miquillio dacht dat het hete thee bevatte. „Gooi het in zijn gezicht!”, zei er een. Waarna hij de inhoud van het bekertje in zijn ogen kreeg. Het bleek een bijtend zuur dat zijn gelaat deed branden.
Bewaarders probeerden het zuur, vermoedelijk een schoonmaakmiddel dat loog bevatte, uit de ogen van Miquillio te spoelen. Met de ambulance werd hij naar het ziekenhuis gebracht waar hij meerdere oogoperaties onderging. Maar verbetering is er vrijwel niet. Bovendien is hij permanent verkouden. De dokters geven weinig hoop.
Reactie van de gevangenis
De directie van de gevangenis vond het incident gruwelijk.Het gehele detentieteam is aangeslagen. De drie verdachten zijn tijdelijk in afzondering geplaatst. Maar daarna bleef het stil. Er volgde geen onderzoek of aangifte. De politie werd niet betrokken.
Maar dat is ook geen protocol in de gevangenis zegt een woordvoerder van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) aan de journalist van NRC. Alleen als de penitentiaire inrichting zelf slachtoffer is, zoals bij vernieling of geweld tegen personeel, doet ze aangifte en begint de politie een opsporingsonderzoek. Bij geweld tussen gedetineerden onderling gebeurt dat niet. De gevangenis is dan alleen verplicht het incident te melden aan de DJI, niet aan de politie. De DJI hoeft met de melding niets te doen.
„Een gedetineerde moet zelf de afweging maken”, zegt de DJI-woordvoerder. „We stimuleren altijd wel om aangifte te doen, maar het kan zijn dat het slachtoffer liever geen opsporingsonderzoek wenst om de situatie intern niet verder te laten escaleren.” In dit geval, zegt Swier, kón Miquillio geen aangifte doen. Hij lag op de operatietafel, blind. „Dan moet de advocaat namens zijn cliënt aangifte doen”, zegt de woordvoerder.
Advocaat van Miquillio, Swier noemt het „Starre bureaucratie”, „Snelheid is geboden bij zoiets ernstigs, de gevangenis heeft hierin een zorgtaak.”
Miquillio denkt dat het om een wraak actie ging. In 2014 kreeg hij een gevangenisstraf van acht jaar voor een poging tot doodslag. De rechter achtte bewezen dat hij het slachtoffer blijvend verlamd aan zijn benen had gemaakt en hij kwam terecht in de PI Heerhugowaard.
Hier zijn verschillende faciliteiten waar individuele gedetineerden zich zelfstandig kunnen verplaatsen. Bij normaal gedrag hebben ze recht op minstens 59 uur per week verblijf buiten hun cel. Ze doen aan arbeid, luchten, trainen, recreatie.
Miquillio werd opgeleid als kok, geregeld voor de hele afdeling in de keuken. „Sommige jongens kunnen niet koken, dus deed ik het. Dan brachten ze allemaal wat mee, olie en zo, en maakte ik nasi, kip.” Miquillio gedroeg zich naar eigen zeggen altijd goed – „Nooit roken op mijn kamer, nooit ruzie zoeken” – en zegt dat hij de positie van reiniger verwierf. „De beste plek die je kunt hebben. Je maakt cellen schoon, de keuken. En tussen half acht en kwart voor vijf mag je vrij rondlopen.” Nieuwelingen gaf hij als reiniger als een van de eersten een hand en maakte hij wegwijs.
Stoken en ophitsen
En zo ontmoette hij twee weken voor de aanval ook een nieuwe gedetineerde waar het niet mee klikte. Het zou een vriend zijn van het slachtoffer in de zaak waarvoor Miquillio is veroordeeld. „Die jongen zei: blijf uit de buurt. Ik zei: oké, jij doet jouw ding en ik het mijne.” Maar de nieuweling begon te stoken en anderen tegen Miquillio op te hitsen. Hij kwam naar m’n cel en zei: ze gaan je aanvallen.
Miquillio wilde geen problemen, zegt hij, en hij zocht ze ook niet op. „Ik wilde mijn positie als reiniger niet op het spel zetten.
De dag voor het incident kreeg Miquillio bezoek van een bevriende gedetineerde. „Hij kwam naar m’n cel en zei: ze gaan je aanvallen. Dat had-ie gehoord. Wie ‘ze’ waren, wist hij niet.” Bij conflicten kan een gedetineerde worden overgeplaatst, maar dat was nu niet aan de orde. Een bewaarder hebben ze allebei niet gewaarschuwd. „Ik dacht: het zal wel.”
Het was de nieuweling, zegt hij, die de ochtend erna voorop in de gang stond en zei: gooi het in zijn gezicht! Waarom de achterste dat toen deed, weet Miquillio niet. „Ik had de zaterdag ervoor nog voor hem gekookt.”
Toen bleek dat de gevangenis zelf de politie niet inschakelde, verzocht advocaat Swier de recherche om een onderzoek. Op 9 december, zeventien dagen na het incident, deed zijn cliënt aangifte. Maar de verdachten zijn nog altijd niet gehoord. „Is er sprake van een capaciteitsprobleem”, vraagt Swier zich af. „Nee hoor”, zegt een politiewoordvoerder van de eenheid Noord-Holland. Het heeft volgens hem te maken met voorbereidingen. „Die zijn in een gesloten systeem als een gevangenis, waar niet iedereen de beste vriend is van de politie, ingewikkelder dan daarbuiten.” Swier begrijpt er niets van. „Waarom worden die verdachten niet simpelweg aangehouden?”
In het penitentiair ziekenhuis Scheveningen voelt Miquillio de stress intussen oplopen. Hij zal waarschijnlijk detentieongeschikt worden verklaard, waarna hij in een revalidatiecentrum zal moeten leren leven als een blinde. Als het maar snel gebeurt, zegt hij. „Hier zit ik 23 uur per dag op mijn cel. Hier kan ik niets.”
Bron: NRC, 18 januari 2017
0 comments on “Blind na zuur-aanval in gevangenis” Add yours →