Uitgedacht en ontwikkeld door Louis Braille op dertienjarige leeftijd – hij noemde het zijn ‘kleine systeem’ – wat hij in de loop der jaren steeds meer perfectioneerde. Louis blonk ook uit in ambachten, hij kreeg een prijs voor mandenvlechten en pantoffels maken. Op school kregen ze ook muzieklessen. Louis is organist geweest in diverse kerken in Parijs.
Louis Braille werd geboren in 1809 in Couvray, Frankrijk, ongeveer 40 kilometer ten oosten van Parijs. Dat is nu al meer dan 200 jaar geleden.
Louis Braille werd geboren op 4 januari. Op de dag van zijn geboorte was het net zo koud als op 4 januari van dit jaar. Zijn ouders hadden al twee dochters en een zoon. Ze waren resp. 44 en 41 jaar oud. Zijn vader, Simon René, ging naar het gemeentehuis om zijn zoon in te laten schrijven. Zijn vader was van beroep zadelmaker en boer. Aan de overkant van het erf, was zijn werkplaats. Louis was een vrolijk en pienter joch. Iedereen hield van hem.
Hij vond het prachtig om bij zijn vader in de werkplaats te zijn. Daar mocht hij alleen zijn, als zijn vader er ook was. Want het gereedschap van zijn vader was te gevaarlijk voor hem. Dat was nu bepaald geen kinderspeelgoed.
Maar toch gebeurde het op een dag, dat hij de werkplaats in ging, toen zijn vader er niet was. Hij klom op de werktafel, zocht wat stukjes leer en gereedschap bij elkaar, en ging heel serieus aan het werk. Hij deed er precies de bewegingen van zijn vader na. Helaas schoot op een gegeven moment het gereedschap uit, en raakte zijn oog. Op het geluid van een gil rende zijn moeder naar de werkplaats en vond Louis daar huilend en met een bebloed gezichtje. Er werden kompressen met rozenwater opgelegd, op advies van een z.g. deskundige uit het dorp. Maar Louis’ oog werd rood en was ontstoken. Die infectie stak ook het andere oog aan. De dokter stond ook machteloos. In die tijd waren er nog geen antibiotica…….
Het gevolg was, dat het kind na verloop van tijd blind werd. Louis probeerde zich zo veel mogelijk aan te passen. Met een liefdevolle opvang van de familie en hun hulp, lukte het de kleine jongen zijn weg met vallen en opstaan te vinden. Hij leerde de omgeving goed kennen, en merkte op, dat zijn voetstappen op een houten vloer anders klonken dan op een stenen vloer. Ook merkte hij dat de luchtstroom anders voelde in een ruimte, dan wanneer hij voor een muur of ander opstakel stond.
Zijn vader was niet alleen zadelmaker, maar ook boer. Hij had circa 6 hectare grond. Alles bij elkaar was de hele familie altijd bedrijvig bezig. Ook Louis hielp zoveel mogelijk. Hij leerde eieren sorteren en producten van het land klaarmaken voor de wekelijkse markt. Hij genoot van die bedrijvigheid. Op die manier leerde hij veel. Zijn zusje Marie, vertelde hem allerlei verhalen, die ze zelf had gehoord of in boeken gelezen. Louis was een leergierig kind. Hij wilde net als de andere kinderen ook naar school. Hij wilde leren lezen, heel veel weten en later gaan studeren. In die tijd was het niet gewoon, dat blinde kinderen naar school gingen. Die kinderen konden toch nooit leren lezen en schrijven. Ze waren vaak een belasting voor een arm gezin. En werden vaak in een kamertje gestopt of op straat gezet. Ze moesten maar zien eten te krijgen. Dus ze zaten op straat, al bedelend. Door hun schuifelende manier van lopen met vuile, vooruitgestoken voelende handen werden ze vaak geplaagd en ten toon gesteld aan grappen. Ook werden ze gebruikt als clown, om het publiek te amuseren. Ze hadden vaak een mensonwaardig bestaan. Zijn vader Simon René moest er niet aan denken, dat zijn zoon later op deze manier in zijn onderhoud moest voorzien……. Hij probeerde wat geld te sparen voor zijn zoon. En hoopte dat Louis later niet hoefde te gaan bedelen, maar op een andere manier in zijn onderhoud zou kunnen voorzien.
Toen Louis 7 jaar werd, mocht hij naar de dorpsschool. Iedere morgen werd hij door een neefje opgehaald. En liepen ze naar school. Louis had zich allang verheugd op deze dag. Dan kon hij boeken leren lezen…….. Hij verheugde zich er al lang op. Maar groot was de teleurstelling, toen hij ontdekte dat de school geen boeken had voor blinde kinderen. Hij volgde wel met grote belangstelling de andere lessen. Als er na de les vragen werden gesteld, wist hij die allemaal goed te beantwoorden. Ook thuis ontwikkelde hij zich steeds meer. Hij hielp zijn moeder met van alles en nog wat. Ook leerde hij franje en versierselen te maken voor paardentuig. Met zijn lenige vingers, kon hij dat allemaal heel goed. Een nieuwe priester kwam kennis maken met zijn kerkleden. Het viel hem op, hoe geïnteresseerd de kleine jongen probeerde het gesprek te volgen. Hij vroeg Louis eens langs te komen. En ze werden grote vrienden. De priester leerde Louis veel, over de jaargetijden en de indeling van de dagen. Dat je aan de temperatuur kon voelen dat het bijna avond was. Ook leerde hij Louis bloemen herkennen, door er aan te ruiken. Hij vertelde Louis ook Bijbelverhalen en hoe zich te gedragen. Dit werd dan ook een heel bijzondere periode in zijn leven.
Op een dag kwam de priester langs en vertelde dat hij gehoord had, dat er in Parijs een school was voor blinde kinderen. Het eerste wat Louis vroeg , was leren ze daar ook lezen? Na goed geinformeerd te hebben, besloten ze Louis daar te laten inschrijven. Na enige tijd kwam het antwoord. Ze hadden eerst goed geïnformeerd naar Louis. En hij werd toegelaten tot de school. Het was wel ver van huis, maar daar kon Louis zich verder ontwikkelen, zodat hij later misschien een beroep kon krijgen om in zijn eigen onderhoud te kunnen voorzien. Want dat was nog altijd een grote zorg voor zijn vader. Simon René bracht hem met de postkoets naar Parijs. Onderweg vertelde zijn vader over alles wat er te zien was. Louis was stil, en vond het spannend hoe het daar op school zou zijn en hoe hij zich kon redden in een heel vreemde omgeving, waar hij niets kon. Maar het vooruitzicht te kunnen leren lezen zoals alle mensen was zijn diepste verlangen. Hij wilde ook boeken lezen, zich ontwikkelen en studeren. In Parijs stapten ze uit en liepen het laatste stuk naar de school. Het was een smal hoog gebouw. In een oud gedeelte van de stad, waar altijd een bedompte lucht hing. De school was vochtig en tochtig. Na aangebeld te hebben werden ze gelijk naar de kamer van de directeur gebracht. Die hun op een prettige manier welkom heette.
Ze kregen een rondleiding door de school. Simon René vond de slaapzaal wel erg vol met bedden en nu niet bepaald zo fris, maar hier zou Louis tenminste kunnen leren lezen, en zich ontwikkelen. De jongen moest toch leren op eigen benen te staan en zelfstandig te worden. Na een hartroerend afscheid ging zijn vader terug naar huis. Louis hoorde de vertrouwde voetstappen van zijn vader steeds zachter worden.
Het benauwde hem even maar hij werd door de directeur meegenomen naar het leslokaal. Toen hij daar binnenkwam, hoorde hij allerlei voetgestommel en geschuif. Hij begreep dat alle leerlingen waren opgestaan.
Hij voelde zich verloren in die vreemde onbekende ruimte. Maar dat ging vlug over. De aardrijkskunde les ging gewoon weer verder. En Louis’ aandacht was al gauw helemaal bij de les. Toen hem na de les wat werd gevraagd, wist hij zondermeer het goede antwoord. Maar toen hij na de les allerlei geluiden hoorde van bellen wist hij die niet te plaatsen, en voelde hij zich heel erg eenzaam en verloren. Maar opeens voelde hij een hand op zijn schouder. En een stem zei kom maar mee, dan wijs ik je de weg. En van dat moment werden de jongens vrienden. Hij vertelde Louis alles over de school. Hij wees hem de weg naar de eetzaal en slaapzaal en alles wat hij moest weten. Na enige tijd kon Louis zelf zijn weg wel vinden.
Hij volgde de lessen met grote belangstelling. Maar toen de leesles aan de beurt was, was ook dit keer zijn teleurstelling groot. Ze hadden op school wel enkele boeken; deze waren heel groot en zwaar. De letters lagen bovenop de bladen, een reliëf-systeem. De letters waren vrij groot, en het duurde lang voordat je een hele zin had gelezen. Als je met moeite een woord met je vinger had gevoeld, was je op het eind van een zin, het eerste woord al weer kwijt. Het was een lange oefening, voordat je de hele zin kon onthouden. Louis oefende lang en veel. Hij kreeg het tenslotte wel voor elkaar om op deze manier te lezen. Maar hij vond het allemaal te lang duren, voor je een bladzijde had gelezen. Op deze manier, kon je maar weinig boeken lezen. Hij dacht, er moet toch een andere manier zijn, om boeken te lezen voor blinden. Ze moesten toch een systeem vinden dat blinde mensen net zo snel konden lezen als andere mensen. Dat reliëf-systeem was voor leraren heel gemakkelijk te lezen. Maar voor blinden kostte het veel te veel tijd om een boek te lezen. Louis voelde dat er een andere manier moest zijn om blinden te leren lezen. Hij wilde iets vinden, maar hoe dat wist hij nog niet. ’s Nachts lag hij wakker, terwijl de andere kinderen sliepen. Hij lag te denken, hoe hij iets kon vinden om het mogelijk te maken, dat ook blinde mensen boeken konden leren lezen. Zodat ze zich ook konden ontwikkelen en studeren. Zodat ze een zelfstandig leven konden opbouwen, en als volwaardige mensen konden leven. En niet langer als bedelaars of clowns moeten leven om in hun onderhoud te kunnen voorzien.
Op een dag kwam er een kapitein van het leger langs. Hij dacht dat hij een systeem had uitgevonden waarmee ook de blinde kinderen mee konden leren lezen. Het systeem bestond uit punten en strepen. Hij gebruikte het ’s nachts om de soldaten opdrachten te geven. Zonder dat de vijanden het konden zien. Dat systeem noemde hij nacht-systeem. De officiële naam is sonygrafie. Ze waren allemaal opgewonden, over dit systeem. Ze beloofden de kapitein het uit te willen proberen. Dus de kinderen van de blindenschool gingen ermee aan het werk. Louis had al vlug het systeem begrepen. Ze oefenden een hele tijd. Toch vond Louis het systeem niet helemaal goed. Er stonden geen leestekens in en het waren te veel punten. Hij probeerde het systeem aan te vullen en te veranderen. Hij werkte er alle vrije tijd aan en nam het zelfs in de vakantie mee naar huis. Hij voelde dat het anders en beter kon. In dit systeem waren te veel punten. Je kon ze niet met één vingertop allemaal tegelijk voelen. Hij oefende, en probeerde allerlei systemen.
Totdat hij uiteindelijk het 6 punten systeem had gevonden. Met die 6 punten maakte hij het hele alfabet, en cijfers, leestekens e.d. Op deze manier, voelde je zes punten onder je vingertop en ging het lezen veel vlugger. Hij noemde dit zijn “kleine systeem”. Toen hij het na de vakantie op school aan de andere leerlingen toonde, waren ze allemaal enthousiast. En gingen er gelijk mee aan de slag. Ook de directeur was verbaasd over dit eenvoudige systeem. In wezen zo gemakkelijk, en helder uitgelegd. Dit pientere joch had een systeem ontwikkeld, waarmee blinde kinderen konden lezen en schrijven. Zelfs rekenen, algebra, muziek en steno werden ontwikkeld.
Op deze manier werden er braille boeken gemaakt. Er werd ook een braille-schrijfmachine ontwikkeld. Deze heeft 6 toetsen, zodat je met het indrukken van enkele toetsen tegelijk een letter afdrukte. Op deze manier kon je veel vlugger schrijven. Louis trachtte zijn kleine systeem nog meer te perfectioneren. Nu konden de leerlingen schrijven! Deze jongen maakte uit die braille cel, uit die 6 punten, het hele alfabet met cijfers, leestekens, verder voegde hij er een eenvoudig wiskundig- en muziekschrift, ja zelfs steno aan toe.
Toen het nieuwe schooljaar begon was Louis’ alfabet klaar en had hij een manier gevonden om alle letters met accenten, de leestekens en de wiskundige tekens te vormen. Hij gebruikte daarvoor maar een puntengroep van 6 punten en enkele horizontale strepen. De puntengroep (braillecel) was nu zo klein, dat je deze met één vinger kon voelen en hierdoor na oefening dus snel kon lezen!
Het systeem van Louis werd ondersteund door de directeur. En hij liet de leerlingen werken met braille. Maar de vicedirecteur was het daar niet mee eens. Hij werkte de tegenwoordige directeur eruit. Hij verbood het braille-systeem te gebruiken en stelde steeds allerlei nieuwe dingen in. Voor de leerlingen was dit heel moeilijk. Het veroorzaakte veel onrust in de school.
De gezondheid van Louis ging door de ongezonde leefomgeving, veroorzaakt door de oude, vuile, en slecht geventileerde school, steeds verder achteruit. Tenslotte mocht hij geen les meer geven. Op een gegeven dag kreeg hij een ernstige bloeding en moest volkomen rust houden. De dokter schreef frisse lucht voor en adviseerde dat hij naar huis zou gaan. Door de betere leefomgeving en veel steun van de familie, o.a. van zijn zusjes, knapte hij weer op. Een half jaar later, in oktober 1843 ging hij terug naar Parijs. Op school was de situatie nog erger geworden. De nieuw benoemde directeur, de heer Dufaux , had veel oude leerboeken verbrand. De leerlingen moesten weer opnieuw leren lezen met een ander reliëf- systeem . Maar stiekem gebruikten ze toch het braille-systeem van Louis, wat veel vlotter werkte. Op zekere dag kwam er vanuit een onverwachte hoek hulp van een nieuw aangestelde onderdirecteur . Deze werd enthousiast van het braille-systeem. Op een dag bezochten een aantal beroemde mensen de school en schrokken enorm van de slechte situatie waaronder de blinde kinderen moesten leven. Er werd een actie opgezet voor de stichting van een nieuwe school. Ze zochten met succes medewerking van de regering. In 1844 werd de nieuwe school geopend. Het was een ruime frisse school, met goede voorzieningen. Louis kreeg er een eigen kamer, waar hij rustig verder kon werken aan de verbetering van zijn systeem. Onder invloed van de nieuwe onder- directeur werd het braille-systeem weer ingevoerd in het lesprogramma. Bij de opening van de nieuwe school, werd een grote bijeenkomst georganiseerd, waarbij de leerlingen demonstraties gaven met de toepassing van braille. Het publiek zag dat ze vlot konden lezen en werd laaiend enthousiast. De directeur, de heer Dufaux probeerde nu zijn vergissing goed te maken. Braille werd nu op diverse onderdelen van het onderwijs toegepast. En Louis werd aangesteld als leraar voor verschillende vakken. Hij verdiende nu voldoende, zodat hij zelfs zijn moeder met een maandelijks bedrag kon ondersteunen. Zijn vader zou trots op hem zijn geweest!
Helaas ging zijn gezondheid steeds meer achteruit. De dokter dwong hem te stoppen en volledig rust te houden en goed te eten. Helaas mocht dit niet meer baten, hij werd steeds zieker. Hij overleed in 1852 op 43-jarige leeftijd en werd begraven in Couvray.
In 1854 werd braille in Frankrijk als het officiële blindenschrift aangenomen. Het zou nog zeker 50 jaar en langer duren voor het brailleschrift volledig werd aanvaard in de meeste landen. In Engeland werd braille in 1883 officieel aangenomen na uitgebreid onderzoek. In 1878 werd op een internationale conferentie na onderzoek van diverse systemen, braille als beste systeem internationaal gekozen. In 1917 werd braille ook in de V.S. als officieel blindenschrift aangenomen. Tenslotte werd in 1932 een herziende versie van braille door honderd landen aangenomen. Nu is braille intussen uitgebreid tot praktisch alle talen. Sinds 1949 wordt braille wereldwijd erkend. In 1952 werd het lichaam van Louis Braille herbegraven in het Pantheon in Parijs, de hoogste erkenning voor een Franse burger.
Voor dit artikel is gebruik gemaakt van enkele boeken over Louis Braille uit de “Anders lezen bibliotheek”.
Janny van den Berg-Simonse.
0 comments on “Braille – ‘Lezen met je vingers’” Add yours →