‘Een druk baasje’, zo zou je Bart (47 jaar) het beste kunnen typeren. Vijf dagen per week op pad, steeds met het openbaar vervoer. En ook ’s avonds en in het weekend zit hij niet stil op de bank, want dan staan er allerlei vrijwilligersactiviteiten op het programma. Een interview met deze actieve man uit Apeldoorn is geen zware opgave. Want hij heeft veel te vertellen. En dat allemaal heel enthousiast. Je krijgt daar zelf ook een blij gevoel bij.
Wie kan erop bogen ooit een functioneringsgesprek te hebben gevoerd met een staatssecretaris? Dat overkwam Bart. Als voorzitter van de plaatselijke afdeling van de ChristenUnie (CU) was hij degene die vanuit de partij een vinger aan de pols hield van de ‘eigen’ wethouder, de in Apeldoorn populaire en geziene wethouder Paul Blokhuis. Politiek, dat was een van zijn vrijwilligersfuncties. In 2016 is Bart gestopt met het werk voor de CU om meer tijd voor zijn gezin te hebben. Onlangs heeft men Bart opnieuw gevraagd om een functie in de kerkenraad te gaan bekleden. Toen heeft hij zijn vrouw moeten beloven daarnaast geen andere nieuwe dingen meer aan te pakken.
Bart en Corrie zijn allebei opgegroeid in Scherpenzeel. Ze kennen elkaar al vanaf de basisschool. Bart was bevriend met de broers van Corrie, hij kwam geregeld bij hen over de vloer. Zo is het gekomen. Een sterk koppel. Samen hebben ze de tegenslag van de oogziekte van Bart opgevangen. Als kind en jongvolwassene zag hij vrij normaal. Er werd wel gedacht aan kleurenblindheid. Maar in militaire dienst werd een erfelijke oogziekte geconstateerd: kegeldystrofie. Dit is een erfelijke afwijking in het netvlies, waardoor de kegeltjes niet meer goed functioneren. Meestal ontstaat de aandoening tussen het 15e en 30e levensjaar. Bij Bart toen hij 26 was. Na drie maanden militaire dienst moest hij noodgedwongen ’s konings wapenrok uittrekken. Nu ziet hij nog 5 %. Bart is erg lichtgevoelig. Eigenlijk heeft hij altijd het idee dat hij recht tegen de zon in kijkt. Tv-kijken doet hij met een zonnebril op. Buiten draagt hij altijd een pet. En toch ging hij niet bij de pakken neerzitten.
Veel blinde en slechtziende mensen hebben geen betaalde baan. Bart heeft zich van meet af voorgenomen dat niet te laten gebeuren, niet werkloos thuis te gaan zitten. Bart was docent Engels aan de Fruytier Scholengemeenschap in Apeldoorn toen hij slechtziend werd. Daarna heeft hij het lesgeven moeten opgeven en heeft hij vijftien jaar op deze school werkzaamheden verricht op kantoor. Zijn vader was ook leraar Engels. Bovendien had de familie jaren in Canada gewoond. Vandaar de link naar deze wereldtaal. Momenteel werkt Bart twee dagen per week op Hogeschool Driestar te Gouda. Hij helpt leraren basisonderwijs en pabo-studenten om hun vaardigheden in de Engelse taal te verbeteren, onder meer door Cambridgecursussen. Wat is het voordeel van slechtziend zijn als leraar? Dat vraagt Bart wel eens aan zijn studenten. Zijn eigen antwoord is: Ik moet de lessen tot in de puntjes voorbereiden. Want improviseren is voor mij niet mogelijk.
Dan zijn tweede baan, of eigenlijk zijn hoofdtaak. Want hier gaan drie van de vijf werkdagen aan op. Gids bij het muZIEum in Nijmegen. Belangrijkste doel van deze organisatie is om een bijdrage te leveren aan de werkgelegenheid van blinden en slechtzienden. Bart vertelt trots dat er al een aantal mensen na een periode bij muZIEum zijn doorgestroomd naar een reguliere betaalde baan. Een blinde of slechtziende gids gaat met belangstellenden op pad, om het donker te beleven. Wij hebben twee soorten belevingen: een wandeling door de stad (Expeditie Ribbelroute), waarbij je door een Virtual Reality bril slechtziend bent. En twee donkerbelevingen, het dagelijks leven en een vakantiebeleving, waarbij je in een nagebouwde situatie in het pikdonker ervaart hoe het is om volledig blind te zijn. Bart heeft ook eens zijn eigen ouders op deze manier gegidst. Dat was best wel een emotionele ervaring. Overigens, de meeste mensen reageren heel enthousiast. Kinderen zijn soms wat aarzelend, zij moeten over een drempel heen geholpen worden. Voor de meeste deelnemers is het heel aangrijpend om te ervaren wat voor obstakels visueel beperkte medeburgers tegen komen. Denk aan een fiets die geparkeerd is op een ribbelroute. Of, heel actueel, terrassen die enorm zijn uitgebreid in verband met de coronacrisis. Goed bedoeld voor de horecaondernemers, lastig voor blinden en slechtzienden. Als gids laat Bart mensen ervaren hoe het is om een visuele beperking te hebben. Tijdens de Expeditie Ribbelroute wandelen ze samen door het centrum van Nijmegen, waarbij via een VR-bril kennis wordt gemaakt met diverse oogaandoeningen. Bart legt er de nadruk op wat blinden en slechtzienden nog wél kunnen of juist beter doen dan iemand met goed zicht. Hoe kun je toch gelukkig zijn. Een positieve grondhouding, dat is een eerste vereiste. En zoals gezegd, voor een aantal gidsen was muZIEum de opstap naar en betaalde baan.
De koffie is op. Er is nog zoveel om samen verder over door te praten. Hoe komt het dat de (Christelijk Gereformeerde) kerk waar Bart en Corrie lid van zijn nog steeds groeit? Waarom is hij nog nooit op een bijeenkomst van de NCB geweest? En waarom antwoordt hij als regiocoördinator Klaasje Huisman belt, een paar weken voor zijn verjaardag, om te informeren welke plaat er aangevraagd kan worden voor de Muzikale Fruitmand: Bel maar over veertig jaar nog eens! En dan in de stad van Koningin Wilhelmina: één keer per jaar de gezamenlijke kerkdienst in de Grote Kerk, aan de Loolaan, met een zichtas naar Paleis Het Loo, en het standbeeld van Wilhelmina voor de deur, een gezamenlijke dienst van zeven kerken. Wat is de rol van deze Apeldoornse duizendpoot? Bart den Dekker, een druk baasje, maar ook een verbinder, iemand met oog op de toekomst.
Wie met deze aardige mensen, Bart en Corrie in Apeldoorn, eens persoonlijk contact wil hebben, die kan navraag doen bij ons verenigingsbureau in Zwolle.
PS. Website muZIEum: www.muzieum.nl
De Activiteitencommissie van de NCB is voornemens het initiatief te nemen tot een bezoek en ervaringsoefening aan muZIEum te Nijmegen. Dit is echter afhankelijk van de corona-omstandigheden.
Interview: Frits Prins