Een interview met een 94-jarige, dat is een bijzondere ervaring. En zeker met iemand met een opvallend goed geheugen. Want als zij, Corry Post, op haar praatstoel zit, dan passeert een heel mensenleven de revue. Bijna een eeuw. Zij vertelt over bommenwerpers boven Den Helder, alsof het gisteren gebeurde. Corry heeft een fotografisch geheugen en dat merk je aan alles. Belangrijke gebeurtenissen in haar leven, jaartallen, niemand heeft er zoveel kennis paraat als zij. En aandacht voor details, hoe een kapschuur voor groene en witte kolen werd omgebouwd – met bordkarton – tot woonruimte voor hele gezinnen. Alsof het gisteren gebeurde.
Corry Post heeft op veel plaatsen gewoond. Haar wieg stond – in 1929 – in Hellevoetsluis, waar haar vader werkzaam was op de Rijkswerf. In 1933 werd deze werf gesloten en de werknemers werden overgeplaatst naar Den Helder. Het gezin Van Hartingsveldt verhuisde derhalve ook naar deze havenstad, naar een mooie woning met vijf slaapkamers. Wel nodig voor een zich uitbreidend gezin met uiteindelijk tien kinderen. Corry was nummer vijf. Ze ging naar de Rehobothschool, maar liep vaak alleen naar school en ’s middags in d’r eentje weer terug. Ze vermaakte zich in haar eigen fantasie. Corry ervaarde dat in Den Helder het geloof en de kerk op een laag pitje stonden, een groot verschil met Hellevoetsluis. Ze voelde zich daardoor alleen en eenzaam.
Toen brak de oorlog uit, Nederland gaf zich over. Maar daarmee was de ellende niet voorbij. Het eerste geallieerde bombardement op Den Helder vond plaats in de nacht van 24 of 25 juni 1940. Engelse bommenwerpers wierpen drie bommen af. Het huis van de familie van Corry bleef onbeschadigd. Maar een oom, die in een straat verderop woonde en voor het raam stond te kijken, kwam om het leven. De vader van Corry, de broer van de overleden oom, was betrokken bij de identificatie. Vraag niet wat voor impact dit op zijn verdere leven heeft gehad. Een waar oorlogstrauma. Door de vele bombardementen op Den Helder moest ook het gezin Van Hartingsveldt de stad verlaten. Evacueren was het parool. Men vond onderdak in Broek op Langedijk, in een kapschuur, waar woonruimtes werden geïmproviseerd met behulp van bordkarton. Bar en boos, in de koude winters gedurende de oorlog. Naar Den Helder reisde men met de boot, omdat er geen treinen meer reden. In de kapschuur heeft het gezin gewoond tot na de bevrijding. In de laatste weken voor de bevrijding voltrok zich opnieuw een familiedrama. Drie kinderen uit het gezin Van Hartingsveldt kregen difterie. Twee kinderen stierven daaraan, één heeft het overleefd.
Na de oorlog probeerde het gezin weer in Den Helder het gewone leven op te pakken en ook financieel de eindjes aan elkaar te knopen. Toen Corry in de zesde klas zat was er geen geld voor de mulo. Ze deed daarom de zevende klas en kwam thuis te werken, haar moeder helpen in de huishouding. In het grote gezin was alle hulp welkom. Haar moeder was heel secuur met de bonkaarten. Zij deed zelf alle boodschappen om zo goed mogelijk uit te komen.
De oudste zussen gingen trouwen, welke kant zou Corry opgaan? Samen met een vriendin ging ze bij ’s Heerenloo in Ermelo werken. Ze herinnert zich dat nog heel precies. 31 augustus 1947, Koninginnedag. Maar o wee, de vriendin hield het vol tot 19 september, nauwelijks veertien dagen. Het werk was zwaar: zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Maar zó gauw opgeven, dat was niks voor Corry. Zij had haar zinnen gezet op de opleiding voor verpleegster in Den Helder. De zorginstelling in Ermelo was een noodzakelijke tussenstap. Daarom moest ze het volhouden. Heel druk, heel zwaar. Tanden op elkaar. Na één jaar heeft ze gesolliciteerd in het ziekenhuis in Den Helder: ze werd aangenomen! Tot op de dag van vandaag ervaart Corry dit als een zegen van de Heer. Als leerling verpleegster kwam ze intern, eerstejaars, 30 gulden per week, kost en inwoning gratis en verplicht verzekerd. Wel rentezegels plakken voor de Invaliditeitswet. Van 1948 tot 1955 heeft ze met veel voldoening gewerkt in het ziekenhuis.
Toen ze in 1955 trouwde met Sjoerd Post kwam er een eind aan haar loopbaan als verpleegkundige. Want destijds mocht een getrouwde vrouw niet blijven werken na haar huwelijk. Ze startte een chocolateriewinkel, samen met haar man die bakker was. Toen na een jaar zoon Lourens werd geboren bleek de combinatie met de winkel niet zo eenvoudig. Toch zette ze door. Twee jaar later kwam zoon Nico ter wereld. Een goede vriendin nam de honneurs waar voor de winkelopenstelling tijdens de uren voor de voeding van de baby. Lourens, de oudste zoon is inmiddels met pensioen, zoon Nico nadert zijn pensioendatum. Corry heeft drie kleinkinderen en zeven achterkleinkinderen. Ze wonen allemaal in Nederland, weliswaar verspreid en jammer genoeg niet direct in de buurt.
Corry heeft al heel lang mobiliteitsproblemen ten gevolge van een vergroeide heup, wat door de beroepen waarin ze veel moest lopen alleen maar erger is geworden. Twee keer is ze geopereerd, in 1988 en 1994, met als resultaat dat ze nu nog wel kan lopen met een rollator. Evenwicht is ook in toenemende mate een probleem. En de visusbeperkingen zijn in de loop van de jaren alleen maar erger geworden. Ze heeft maculadegeneratie en glaucoom. Met het rechteroog ziet ze nog 10 procent, voor het linkeroog heeft ze matglas.
Toch hebben fysieke beperkingen haar er niet van weerhouden maatschappelijk actief te blijven. In 1989 is ze met haar man verhuisd naar Sliedrecht. Hij werd naast zijn loopbaan als bakker/winkelier een echte bestuursman, actief in CFO/CNV, schoolbesturen en in de politiek. Toen ze in de krant lazen dat er in Nijkerk een terrein beschikbaar kwam voor de bouw van appartementswoningen hebben zij zich aangemeld. Geen van beiden was ooit in Nijkerk geweest. Het ouder-wordende echtpaar Post had geluk, werd ingeloot en ze verhuisden naar deze Gelderse gemeente. Haar man werd de mantelzorger van Corry. In 2019 is hij overleden, na een gelukkig huwelijk van 64 jaar.
In 2014 is Corry lid geworden van de NCB en vanaf dat moment nam ze deel aan de ontmoetingsdagen van de Afdeling Oost en aan de landelijke bijeenkomsten. Zonder moeite noemt ze de namen van een aantal mensen die er destijds altijd waren. Ze mist de gezelligheid van de bijeenkomsten enorm, maar ziet geen kans om zich nog aan te melden voor de activiteiten, gezien haar fysieke beperkingen.
Corry zou het mooi vinden wanneer ze nog weer eens door deze of gene wordt gebeld. Herinneringen ophalen aan de mooie bijeenkomsten, met een inleiding over vleermuizen, een viertal zangeressen, optreden van een vrouwelijke boswachter, interessante vaartochten, noem maar op. Prachtig om het daar nog eens over te hebben. Bel of schrijf gerust met Corry, de contactgegevens van haar zijn bekend op ons kantoor in Zwolle.