Op verzoek van Harm vindt het vraaggesprek plaats in het gebouw van de CBB in Ermelo, op een steenworp afstand van het voor NCB-ers bekende Dennenheul.
In de maanden waarin het honderdjarig bestaan van de NCB wordt herdacht kan een interview met hem niet ontbreken. Want deze oud-directeur van de CBB is meer dan een halve eeuw nauw betrokken bij onze vereniging. Sinds 1975, om precies te zijn. Daarvoor werkte hij met veel voldoening in de accountancy. Zijn controlerende opdrachten brachten hem in diverse steden en dorpen in Nederland. Woonzorgcentrum Rosengaerde in Dalfsen en Clara Fayoena in Hardenberg bijvoorbeeld. Bijzondere anekdotes over gesprekken met toenmalige directeuren en herinneringen komen als vanzelf weer boven, als de dag van gisteren. De wortels van de familie Pierik liggen trouwens in Overijssel. Hij is in 1938 geboren in Genemuiden, als jongste in een gezin van vier kinderen. De oorspronkelijke familie Pierik is afkomstig van het Landgoed Rechteren bij Dalfsen, een boerderij gesitueerd aan de oprijlaan naar het gelijknamige middeleeuwse kasteel. Harm heeft een duidelijke belangstelling voor geschiedenis. Vandaar dat hij nog steeds enthousiast lid is van de Vereniging tot beoefening van Overijsselsch Regt en Geschiedenis.
Maar terug naar 1975. Harm maakte de overstap van zijn vertrouwde functie in de accountancy naar een onbekende baan bij de CBB: administrateur/waarnemend-directeur. Destijds was deze blindenbibliotheek gevestigd op het terrein en in de gebouwen van Sonneheerdt. Maar men groeide aan alle kanten uit het jasje. Er moest een keer een eind komen aan het bijplaatsen van portacabins (verplaatsbare bouwwerken) en het bestuur koos ervoor om in de nabijheid van Sonneheerdt, als ’t ware in de achtertuin, een nieuwbouwlocatie te gaan realiseren voor de CBB. Harm kon volop aan de slag: overleg met het ministerie, toestemmingen vragen, financiering verzorgen, werkindelingen maken, een drukke tijd. In 1978 kon de nieuwbouw in gebruik worden genomen. Dat betekende wel een aardverschuiving in werkzaamheden. Want tot dan toe vond veel werk plaats bij Bartiméus in Zeist, dat wat we nu audioproductie en -reproductie zouden noemen. Brailledrukwerk gebeurde bij Sonneheerdt. Bij mensen aan huis en op diverse W.S.W.-locaties werd handmatig braille gemaakt. Al deze producten moesten dan daarna nog gecontroleerd worden. Dat gebeurde bij de CBB door braillecontroleurs. En vervolgens moest de uitleen geregistreerd worden en de terug ontvangst gecontroleerd worden op beschadigingen en defecten. Complexe processen, omslachtige procedures, die gestroomlijnd moesten worden voor een efficiënte bedrijfsvoering en noodzakelijke kostenbeheersing. Veel werk aan de winkel. Voeg daar nog bij dat de C.A.O. voor bibliotheken van kracht werd met functiebeschrijvingen en inschalingen. Pensioenregistratie ging een rol spelen en medezeggenschap kwam ook op in die jaren. Het waren drukke en uitdagende tijden voor directeur Harm Pierik, in een veranderende wereld van wet- en regelgeving. Maar hij heeft gedurende zijn 25-jarige loopbaan bij de CBB veel steun gehad van opeenvolgende besturen. Intern, binnen de CBB, ondervond hij een groot draagvlak bij zijn medewerkers. Namens de collega’s werd in kalligrafisch schrift een oorkonde op zijn bureau gelegd. Harm leest dit voor, een ware steunbetuiging waarin vertrouwen doorklinkt ten aanzien van de eindverantwoordelijke directeur. Harm blijft met beide voeten op de grond, gewoon tussen de medewerkers. ’s Morgens een kopje koffie met elkaar drinken, meeleven met elkaars wel en wee, succes samen vieren en elkaar steunen in moeilijke tijden. Zo functioneerde de organisatie, op menselijke maat, tot grote tevredenheid van iedereen. Voeg daarbij dat het gebouw werkelijk een bijzondere open uitstraling heeft, heel veel licht overal, transparant. Wie wil er niet werken in zo’n prachtige omgeving? Het was een complexe opgave waaraan Harm begon in 1975. En gelukkig weet je niet alles van tevoren. Maar terugblikkend kun je verbaasd zijn over hoeveel er goed ging. Want je moet wel je positie binnen de sector waar maken. Indrukwekkende publicatielijsten in diverse leesvormen. Duizenden titels, dagbladen, tijdschriften, noem maar op. Groot lettertype, zwarte druk, bandrecorderbanden, cassettebandjes, braille, enzovoort, enzovoort. En ook voldoende aandacht houden voor uitgaven gericht op de christelijke identiteit. Had je in begin jaren ’70 nog maar één Bijbel, die van het Nederlands Bijbel Genootschap, in de loop van de jaren kwamen er diverse alternatieve uitgaven. Met kerkmuziek ging het net zo. Er was slechts één Psalmboek en één Hervormde bundel. Later kwam het Liedboek voor de kerken en daarna diverse bundels. Het was een hele toer om dit allemaal bij te benen.
Bartiméus, Sonneheerdt, CBB en NCB vormden in veel opzichten een goed functionerend bondgenootschap. Een directeur bij de ene instelling was soms bestuurslid bij de andere. Door deze officieuze personele unie was men goed op de hoogte van kansen en bedreigingen in de wereld van zorg voor blinden en slechtzienden. Harm noemt zonder daarbij te hoeven nadenken tal van namen van bekende en minder bekende personen die bestuursfuncties bekleedden. De vergaderlocaties van het NCB-bestuur bij de NCRV in Hilversum, maar ook in De Oude Tram bij station Amersfoort roepen herinneringen op bij de interviewers. Veel personen die Harm noemt zijn inmiddels overleden. Als je zelf 85 bent, dan heb je al veel mensen voorbij zien komen.
In 1992 bestond de CBB tachtig jaar. Voor Harm een mooi moment, ook voor hem persoonlijk, om de balans op te maken. Het was gelukt om de organisatie te stroomlijnen. En de CBB was zelfstandig gebleven, in roerige tijden, terwijl de afstemming en samenwerking met zusterinstellingen goed bleef. Er was een toenemende mate van regeldruk, voorschriften vanuit de overheid, voorwaarden waaraan moest worden voldaan. Werk was er in overvloed en innovaties wierpen hun schaduwen vooruit. De computer deed zijn intrede en de digitale wereld ging ongekende perspectieven bieden voor personen met een visuele beperking. In dit tijdsgewricht ging de CBB niet achterover leunen en nog steeds behoort Ermelo tot de voorhoede in de sector. Harm glundert als hij rondkijkt en we de reliëfdruk noemen en de V-Box.
In 2000 ging Harm met pensioen. Tijdens de afscheidsbijeenkomst werd door de burgemeester van Ermelo, in aanwezigheid van twee oud-burgemeesters, aan Harm de koninklijke onderscheiding opgespeld, Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Genoemd werden hierbij zijn grote mate van inzet voor de CBB en zijn vele vrijwilligerswerk ten behoeve van de kerk en het onderwijs, een enorme maatschappelijke betrokkenheid.
Het archief van de CBB was destijds niet erg overzichtelijk en Harm is er na zijn pensionering vier jaar mee bezig geweest om dit te ordenen. Toen had hij de smaak zo te pakken dat hij daarna aanbood dezelfde taak uit te voeren voor de NCB. Het NCB-bestuur juichte dit plan van harte toe. In alle stilte is hij er aan begonnen en vele meters archiefwerk kwam tot stand, in dozen verpakt, voorzien van opschriften. Tot 2023 is hij hiermee bezig geweest, een eeuw geschiedenis van de NCB werd hierdoor veilig gesteld. In het najaar van 2023 werden op initiatief van Harm de archieven van het bestuur ondergebracht bij het Historisch Documentatie Centrum van het Protestants Erfgoed van de Vrije Universiteit te Amsterdam. Daarbij zijn gevoegd alle beschikbare jaargangen van de Blindengids/Onze Gids, vanaf de oprichting in 1924 tot heden. Een megaklus, monnikenwerk, zo omschreef An den Dunnen, de huidige NCB-voorzitter, deze operatie.
Vorig jaar waren Harm en zijn vrouw zestig jaar getrouwd. De familie bestaat uit vier getrouwde kinderen, elf kleinkinderen en vijf achterkleinkinderen. Ze genieten er dagelijks van. Dankbaar ziet Harm terug op zijn werkzame leven, op het vele vrijwilligerswerk dat hij heeft kunnen doen. Het vraaggesprek vindt plaats enkele dagen voor de viering van Hemelvaart. Er was en is veel ellende in de wereld, ook in het leven van mensen met een visuele beperking. Maar er is uitzicht. Op Hemelvaartsdag staan we stil bij de beloofde wederkomst van Christus. In deze verwachting mogen wij leven. Dat geeft steun en bemoediging.
Met deze woorden in onze gedachten verlaten we het gebouw van de CBB, de instelling waar Harm met zoveel inzet heeft gewerkt en archiefwerk heeft verricht, ook voor de NCB. We genieten na van het vraaggesprek, met een nauwgezet mens, een man met een groot historisch besef, maar met oog voor het heden en vertrouwen in de toekomst.
Voor nader contact met Harm: Laat het weten aan het NCB-secretariaat in Zwolle en Harm neemt contact met u op.
Interviewers: Hennie en Frits Prins