Ina heeft in haar leven heel wat meegemaakt. En als je een visuele beperking hebt vanaf de geboorte dan moet je soms heel wat tegenslagen overwinnen. Maar Ina is er de vrouw niet naar om bij de pakken neer te zitten. Ze vertelt vol humor over hoe ze eens, als vijftienjarig meisje, na afloop van de handelsavondschool nog met de bus naar huis zou gaan. Maar ze bleef kletsen met een jongen bij de halte, mistte daardoor de beoogde bus, nam de volgende, maar die stopte een heel eind bij haar huis vandaan. Inmiddels was het donker, en als je dan slechtziend bent… Ina belandde onder in de sloot.
Ina is in april jl. koninklijk onderscheiden als Lid in de Orde van Oranje Nassau. Hiervan werd reeds eerder melding gemaakt in Onze Gids. Onze voorzitter An den Dunnen en secretaris Henk van den Berg waren in het diepste geheim op de hoogte van deze voordracht en hebben een officiële steunbetuiging geschreven. Een dergelijke koninklijke erkenning voor nuttig vrijwilligerswerk krijg je niet zomaar. Er gaat een antecedentenonderzoek aan vooraf en er moeten – zonder daar ruchtbaarheid aan te geven – steunbetuigingen verzameld worden.
De Oogvereniging schrijft op de website over de Lintjesregen: ‘Meer dan 55 jaar heeft Ina Helderman vrijwilligerswerk gedaan voor de kerk, voor de Oogvereniging en voor de NCB. Ze heeft zich ingezet voor Oogvereniging Flevoland en Oogvereniging OOR&OOG. Ook is ze een van de vaste gezichten in onze stands op beurzen zoals de 50PlusBeurs, de Gezondheidsbeurs en de ZieZo-beurs. Ze heeft een actieve rol gespeeld als ambassadeur, onder andere tijdens de campagne Ongehoord & Ongezien gericht op gemeentes.’
Wanneer Ina tijdens de NCB-bestuursvergaderingen vertelt over haar inbreng in deze diverse maatschappelijke groeperingen, manifestaties of raden, dan is dat altijd op zeer bescheiden toon, maar wel op gedecideerde wijze. Dan blijkt hoe groot haar kennis is van wet- en regelgeving op het gebied van maatschappelijke zorg, aangepast vervoer, huishoudelijke hulp, pgb, et cetera. Zij heeft daarbij het oog gericht op zelfstandigheid van de aanvragers in een inclusief maatschappelijk kader: we zijn allemaal gelijkwaardig en we moeten allemaal mee (kunnen) doen. Prachtig, deze koninklijke onderscheiding voor een persoon die bijna 25 jaar lid is van de NCB en zich inzet voor de leden van onze vereniging.
De wieg van Ina stond in Heiloo, dicht bij Alkmaar. Ze is geboren op 2 juni 1944, dus tijdens de oorlog, een moeilijke tijd. Haar ouders hebben de onderduikers heelhuids door de oorlog heen gekregen. Maar in de jaren daarna was het in veel gezinnen geen vetpot, hard werken was het parool. Dat heeft Ina ook zo ervaren in haar jeugd, altijd je ouders helpen en klaar staan voor medegezinsleden. In de zomermaanden waren er gasten in huis, die naar het bos, de duinen en het strand gingen. Bij thuiskomst moest je zorgen dat thee en koffie klaar stonden, daarna werd de warme maaltijd geserveerd. Zeker op zaterdag, de wisseldag, dan moest er heel wat werk verzet worden. De eigen familie moest gedurende deze zomerweken inschikken om plaats te maken voor deze medehuisgenoten. Maar dit krikte het gezinsinkomen natuurlijk wel mooi op.
Aan de christelijke lagere school heeft Ina heel positieve herinneringen. Ze kreeg in klas 1 niet haar eerste rapport, want de onderwijzeres wist gewoon niet wat deze bijzondere leerling wel en niet kon. Maar daarna mocht ze vooraan in de klas zitten en kreeg een klein vergrootglas om de letters en cijfers beter te kunnen zien. En als je vooraan zit word je ook veel minder afgeleid door de andere kinderen. Vanaf dat moment ging het prima. Ze werd uiteindelijk geplaatst in een apart groepje dat verder zou gaan naar het hoger vervolgonderwijs. Ina had leuk contact met een buurmeisje en na schooltijd stond in huis helpen of behulpzaam zijn bij het bezorgen van fruit op het programma. Een schilder had geheel op eigen initiatief tijdens een onderhoudsbeurt op de gevel de naam ‘De Fruitkoning’ aangebracht. Hoewel daartoe niet de opdracht was verstrekt is het wel altijd blijven staan. Het zomerfruit werd op de veiling in Heiloo ingekocht, bessen, aardbeien en kersen. Ina herinnert zich die tijd nog heel goed. Vrij kort na de oorlog ging het ook om bijzondere fruitsoorten, niet alleen om bananen en sinaasappels, maar ook om kokosnoten, dadels, ananas en vijgen, destijds onbekend fruit. Oh, wat een schrik, die keer dat ze wat van dat lekkers wilde snoepen en een kistje op haar tenen kreeg. Opbiechten kon maar beter achterwege blijven, tot haar ouders bloed zagen op haar voet: de nagel van de grote teen was gesneuveld. De bestellingen van de klanten werden aan huis bezorgd. Hulp van de kinderen daarbij was meer dan welkom. ’s Winters was het wel eens moeilijk om op de plaats van bestemming te komen, vooral als je met pony en wagen door de tunnel in Alkmaar moest, waar de straat soms glad was door bevriezing.
Na de lagere school ging Ina naar de Christelijke Mulo in Alkmaar. Ze heeft daar twee schooljaren met goed gevolg gedaan, geen wonder, want het advies waarmee ze het lager onderwijs verliet lag op een hoger niveau, hbs of gymnasium. Om vijf uur opstaan, zes dagen per week naar school, het was haast niet vol te houden. Door huiselijke omstandigheden waardoor ze overdag eigenlijk niet naar school kon gaan, kwam ze na twee jaar terecht op de reeds genoemde handelsavondschool.
Ina vertelt dat ze vanaf de geboorte slechtziend is. Dat heeft ze geërfd van haar vader en ze heeft dat doorgegeven aan twee van haar drie kinderen. Haar vader was slechtziend en zijn moeder ook. De stoornis zit al talloze generaties in de familie. Ina’s ene oog is volledig blind. Dankzij het andere oog is ze zeer slechtziend. Met een contactlens van +27 kan ze nog maximaal 5% zien. Sinds een aantal jaren is ze door zuurstofgebrek bij een operatie ook slechthorend geworden. Nu hoort ze nog 45 procent, dat is de laatste jaren weer heel iets verbeterd, gelukkig.
Na de handelsavondschool is Ina gaan werken. Of eigenlijk: ze werkte -zoals we meldden – al vanaf haar kinderjaren en probeerde toen ze puber was nog ’s avonds en ’s nachts erbij te studeren. Uiteindelijk heeft ze de school de school gelaten en heeft voor een gezin gekozen. Ze is heel blij met haar drie dochters: Petra, Laura en Sonja. Petra en Laura zijn allebei slechtziend en zijn lid van de NCB. Sonja heeft progressieve MS, heel spannend en verdrietig. Ina is heel dankbaar dat ze vijf kleinkinderen heeft en vijf achterkleinkinderen. Een van de kleindochters is jurist, ondanks haar slechtziendheid. Het positieve contact met haar drie dochters en hun partners en met de klein- en achterkleinkinderen geeft Ina veel voldoening, want ze volgt – uiteraard op enige afstand – hoe het met hen gaat, wat ze doen qua werk, vrijwilligersactiviteiten, enzovoort.
Een bijzondere periode was de opvang van kinderen uit Frankrijk, die in de zomervakanties naar Nederland kwamen. Dit werd georganiseerd door Europa Kinderhulp. Omdat ze op de Mulo een 10 voor Frans had koos Ina voor kinderen uit dit land. Jarenlang heeft ze nog contact gehouden met deze kinderen die toen inmiddels jongvolwassenen waren geworden. Dierbare herinneringen koestert ze aan de reizen naar Parijs, om haar gastkinderen te bezoeken. En wat ontdekte ze daar? Een van de kinderen kwam uit een moslimgezin. Ina heeft zelf in haar leven jarenlang ervaring met diversiteit aan religieuze richtingen. Zij beleefde dit zeker niet als negatief.
Ina is een bezige bij, zoals ze zelf zegt. Ze staat ondernemend in het leven. Toen ze nog werkte heeft ze verschillende banen gehad: van kinderoppas en huiswerkbegeleider tot schoonmaakhulp. Vol humor vertelt Ina dat ze bij een schoonheidsspecialiste werkte. In de behandelkamer mocht geen stofje te vinden zijn, laat staan een spinnenweb. Maar hoe krijg je dat voor elkaar als visuele gehandicapte. Of – zoals in een ander huishouden – als er geen schilderij ook maar iets scheef mocht hangen. Ze verloor de moed niet en kwam uiteindelijk terecht bij het schoonmaakonderhoud van het ziekenhuis in Alkmaar.
In haar vrije tijd heeft zij zich altijd actief ingezet als vrijwilliger voor lotgenoten. Maar ook was ze zondagschool juf in de Hervormde Kerk en zette ze zich in voor Amnesty International. Behoren tot een geloofsgemeenschap speelt een belangrijke rol in Ina’s leven. Wat godsdienstige achtergrond betreft heeft ze zoals we al meldden een rijke diversiteit meegemaakt. Zo bezocht ze een rooms-katholieke kleuterschool, met nonnen. De lagere school was een christelijke onderwijsinstelling. In familieverband en op haar werk heeft ze met verschillende andere stromingen kennis gemaakt, onder andere met de Christelijk Gereformeerde Kerk en het Apostolisch Genootschap. Nu is ze vol overtuiging lid van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, een christelijke geloofsgemeenschap die in 1830 is opgericht. Deze kerk streeft naar herstel van het vroege christendom in zijn originele vorm. De nadruk ligt op het gezinsleven. Geen gebruik van tabak en alcohol en toewijding aan hoge morele beginselen en sterke nadruk op humanitaire hulp kenmerken de geloofsovertuiging. Ina voelt zich in deze kring van gelovigen helemaal op haar plaats. Het was ook hier dat de koninklijke onderscheiding bekend werd gemaakt. Onze voorzitter An den Dunnen was daarbij aanwezig en mocht het woord voeren.
De talenten die iemand heeft gekregen ten volle benutten, zo zou je Ina’s levenshouding kunnen samenvatten. En wat corona betreft: niet boos worden om wat niet meer kan, maar je erbij neerleggen zoals de situatie nu eenmaal is en dan creatief zoeken naar mogelijkheden om elkaar wel te steunen en zo mogelijk te ontmoeten. Een blijmoedige positieve attitude. Dankzij deze grondhouding heeft ze na lang wachten uiteindelijk de zorg gekregen van de Gemeente Almere die noodzakelijk is. Hulp in de huishouding en bij de administratie en ondersteuning van schrijf- en oor-tolken. Ze gaat wekelijks naar dagbesteding en jaarlijks gaat ze op vakantie met een organisatie voor doof-blinden. En ze zet zich al vele jaren belangeloos in voor de NCB, nu als bestuurslid en gewaardeerd vicevoorzitter. Daar is ze bij bestuursvergaderingen en bijeenkomsten aanwezig met twee schrijf- en oor-tolken, die elkaar afwisselen. Zelf leest ze dan mee op haar laptop. Bewonderenswaardig hoe ze zich zo weet te redden.
Wie met Ina van gedachten wil wisselen die kan contact opnemen met ons kantoor in Zwolle.