In gesprek met Laura Peihak-Kwast

Nu bellen we naar Appingedam, in het noordoosten van de provincie Groningen. Aan de telefoon zit Laura, in gezelschap van een schrijftolk. De werkwijze van de schrijftolk – voor wie het niet kent – de gestelde vraag wordt door de schrijftolk uitgetypt en verschijnt dan onmiddellijk op de laptop van de aangesprokene, in grote letters. Hij of zij leest deze tekst in plaats van deze te horen en geeft vervolgens antwoord. Dat maakt het gesprek extra spannend. Want na een vraag van ons, Hennie en Frits in Dalfsen, is het even stil, dan doet de tolk haar werk. Maar snel daarna klinkt de heldere stem van Laura en krijgen we een duidelijk antwoord. En we mogen niet door elkaar praten, want dan wordt het onuitvoerbaar voor de schrijftolk en ook onverstaanbaar voor Laura.

Aan alles merk je dat Laura gewend is voorlichting te geven. Ze praat gemakkelijk en voor de vuist weg. Als je op internet op haar naam googelt, dan zie je ook: ervaringsdeskundige op het gebied van doof-blindheid, geeft voorlichting bij de Oogvereniging en Visio. En je ontdekt ook hoe actief ze is of is geweest op allerlei maatschappelijke terreinen. De maandelijkse doofblindencafés  in Groningen, Onnen en Hoogeveen verdienen een aanbeveling. Deze zijn bedoeld voor mensen met de dubbele beperking van horen en zien. Ons NCB-lid heeft de afgelopen jaren heel veel energie gestoken in de organisatie van deze ontmoetingsplaatsen.

Laura heeft net een heel moeilijke periode achter de rug. Wat een vreugdevolle dag had moeten worden, leek te veranderen in het tegendeel. Wat is het geval. Laura is één van de drie dochters van ons NCB-bestuurslid Ina Helderman. U hebt het vast gelezen in de mei-editie: de koninklijke onderscheiding die aan Ina Helderman werd uitgereikt tijdens een kerkdienst in Almere op 11 april jl. Een dag van tevoren kreeg Laura haar tweede infarct in drie weken tijd. Hierdoor ging het toch al beperkte gezichtsvermogen van Laura plotsklaps hard achteruit. Met uiterste krachtsinspanning en de absolute wil het officiële moment van de uitreiking van het lintje niet te willen missen, is ze naar Almere gereisd. En ja, ze was bij de uitreiking, vraag niet hoe. Laura is ervan overtuigd dat zij hiertoe kracht heeft gekregen van God. Dankbaarheid speelt een belangrijke rol in haar leven. En ze heeft een hele praktische instelling: ‘Waar een deur dicht gaat, gaat altijd een nieuwe deur open’. Daar heeft ze veel voorbeelden van en dat geeft haar de moed om nooit bij de pakken neer te zitten. Gelukkig is haar gezichtsvermogen weer enigszins hersteld, nog niet zoals voor april 2021, maar toch wel iets beter. En wat was ze blij, dat ze toch bij de uitreiking van het lintje aanwezig was. Binnenkort gaat ze voor verdere revalidatie naar het Loo-Erf in Apeldoorn.

Laura is in 1964 geboren in de voormalige gemeente Harenkarspel, in West-Friesland, dat nu deel uitmaakt van de gemeente Schagen. Ze is de tweede dochter van haar slechtziende moeder Ina met ook een auditieve beperking. Erfelijke componenten spelen bij Laura’s beperkingen absoluut een rol. Haar moeder ontdekte toen Laura twee jaar was dat haar ontwikkeling achterbleef, maar de KNO-arts ontkende dat er iets aan de hand was. Niets bleek minder waar.                                                                                                                                                                Op de kleuterschool in Waarland heeft ze niks geleerd. Ze leefde in haar eigen wereldje op de kleuterschool, op zich niet vreemd. Op deze leeftijd gaan de kinderen leren met elkaar te spelen. Ze reed weliswaar met de kleuterjuf mee naar school, met haar had ze een leuk contact, maar ze kon absoluut niet volgen wat er in de klas gebeurde. Toen ze vijf was verhuisde de familie naar Tuitjenhorn. Laura was in die tijd vaak ziek, had last van de ene verkoudheid na de andere. Vaak ging dit gepaard met oorontstekingen.
In augustus 1970 ging ze naar de school en het internaat van de Prins Alexander Stichting in Huis ter Heide. Daar heeft ze een hele leuke tijd gehad, hoewel de directeur erg streng was. Ze had gelukkig totaal geen last van heimwee. Door al haar ziekenhuisopnames was ze wel gewend om van huis te zijn en kon ze zich goed redden en handhaven. Wel moest ze vaak naar het ziekenhuis, in totaal onderging ze omstreeks dertig oogoperaties.
Het klinkt misschien gek, maar het programma op school was erop gericht zoveel mogelijk te stimuleren dat de slechtziende leerlingen nog zo optimaal mogelijk profiteerden van de nog wel aanwezige visuele vaardigheden. Misschien vergelijkbaar met de scholen voor slechthorenden waar het destijds verboden was gebarentaal te leren. Ze leerde dus geen braille, mocht geen gebruik maken van grootlettertype boeken of gesproken boeken. Het programma was individueel gericht, elke leerling had een eigen leerplan en werkte op zijn of haar niveau. Er werd veel muziekles gegeven en ook projectie-les (kijk-les)  om goed te leren kijken naar details, verschillen te ontdekken, et cetera. In het begin zat ze in dezelfde huiskamergroep als haar zus. Haar zus werd overgeplaatst naar een andere groep, omdat Laura te veel aan haar zus hing. In de slaapzaal, schrik niet, daar sliepen plusminus dertig kinderen. Door de vele ziekenhuisopnames heeft Laura acht jaar gedaan over de basisschool.

Op de Prins Alexander Stichting kon ze ook voortgezet onderwijs volgen op mavoniveau. Men werkte daar met IVIO-deelcertificaten (IVIO = Instituut voor Individueel Onderwijs). In de puberteit was Laura ook altijd heel actief: ze organiseerde sportmomenten voor de kleintjes, een tafeltennistoernooi, ook zat zij in de leerlingenraad en was voorzitter van de soos. Na het op deze wijze behalen van het brugdiploma verplegende en verzorgende beroepen werd de INTAS-opleiding geprobeerd (INTAS = Interim Algemene Schakelopleiding). Deze opleiding was bedoeld voor mensen die de zorg in wilden gaan. Maar de overgang van een speciaal-onderwijsgroep van zes leerlingen naar een meute van dertig was te groot. Men hield totaal geen rekening met leerlingen met een beperking. Na één jaar stopte Laura en ging over naar een ECABO-opleiding in Leusden (ECABO = het kenniscentrum beroepsonderwijs- bedrijfsleven voor de economisch/administratieve opleidingen). Eén dag in de week naar school, vier dagen inzetbaar op een leer-werkplek. Daar heeft ze onder andere heel goed leren notuleren en bijvoorbeeld vergaderingen leiden van de gemeente. Dit werk vond Laura heel leuk, vooral door het contact met collega’s op kantoor en op de werkvloer. Ze ontmoette er veel jonge mensen.

Na de schoolperiode had ze ervoor kunnen kiezen terug naar huis te gaan. Haar moeder woonde inmiddels in Amsterdam, maar dat trok haar beslist niet. Op het internaat heeft Laura Bert ontmoet, ze kregen verkering, die zes jaar duurde. Laura is voor Bert naar Delfzijl verhuisd. Hier deed ze  vrijwilligerswerk voor het buurthuis. Later verhuisde zij naar Appingedam. Na de verkering met Bert ontmoette Laura een andere partner. Met haar toenmalige partner kreeg ze drie kinderen, alle drie goedziend. Hun leeftijden zijn nu 18, 20 en 22 jaar. Eén woont er samen, de andere twee wonen nog thuis bij Laura en Bert.

Wat een vreugde toen de kinderen werden geboren.  En een jong gezin, dat bracht weer totaal andere verantwoordelijkheden met zich mee. En ook kansen, want van meet af aan zette Laura zich in met name voor de school van haar kinderen, als leesmoeder. Dan leerde ze uit het hoofd wat er gelezen moest worden. Maar ook bij andere activiteiten (pannenkoeken bakken, spelletjes en creatieve activiteiten) kon een beroep op Laura worden gedaan. Toen haar kinderen ouder werden, kreeg ze meer tijd voor zichzelf en werd ze actief voor de Oogvereniging. Ze ging activiteiten organiseren zoals wandelingen en bezoeken aan musea, enzovoort.  Geleidelijk aan ging ze ook functies vervullen op bestuurlijk niveau. En vanuit die positie is de stap naar voorlichting geven ook niet meer zo groot. Thema’s waar ze als ervaringsdeskundige op focust zijn erkenning en herkenning van specifieke problematiek van personen met een dubbele beperking in horen en zien. Op deze manier is ze een vraagbaak in Noord-Nederland geworden. Ze is nu eenmaal geen stilzitter. Dat bleek ook wel tijdens de coronapandemie. Ze bleef actief, maar ging haar activiteiten naar meer binnenshuis verleggen: patronen tekenen, kleding naaien en puzzelen. Ze heeft zo tal van dingen waar ze mee bezig is. Sinds de ooginfarcten zijn de hobby’s veranderd, Laura heeft een sjaal gebreid en probeert onder andere ook macramé. En er was gelegenheid om het huis op te ruimen. Alleen al het opruimen van de boeken was lastig: welke gaan weg en iemand anders moest de titels voorlezen. En dan een beslissing nemen. Allemaal niet eenvoudig.
De aardbevingsschade aan hun huis is aanzienlijk. De woning gaat over enige tijd tegen de vlakte, omdat de fundering niet bestand is tegen de bevingen. Met als gevolg dat er in de toekomst verhuisd zal moeten worden. En nu is er gelegenheid vanwege de pandemie om het huis op te ruimen. Laura heeft vorig jaar februari een flinke longontsteking gehad, en daardoor had ze nog maar weinig energie. Dit is verergerd door de corona die ze daarna heeft opgelopen. Heel veel rust nemen, dat is de enige manier om er weer bovenop te komen. Deze ruststand ervaart ze niet als vervelend of lastig. Heel veel sociale contacten zijn teruggeschroefd, simpelweg noodzakelijk, om weer helemaal te herstellen. Vanuit de kring van haar geloofsgemeenschap, de Baptistengemeente in Appingedam, heeft ze veel steun ervaren. Zo fungeert er een telefooncirkel van mensen die elkaar opbellen. Wat ook veel voldoening geeft, is samen met haar man of één van de zonen op de duofiets in de omgeving rond te toeren.
Sinds zeven jaar is Laura getrouwd met de persoon met wie ze destijds verkering had. Oude liefde roest niet. Ze is heel gelukkig met haar gediplomeerde molenaar die diensten draait op de molen in Farmsum, een dorpje onder de rook van Delfzijl. 

Laura is nog lang niet uitverteld. Wilt u meer aan de weet komen, dan kunt u contact opnemen met ons bureau in Zwolle.