Dit is een bijzonder vraaggesprek. Bijzonder, in meerdere opzichten. Want vandaag bellen we met Petra Borgmann, een NCB‑lid uit Amsterdam. Ze is een van de drie dochters van bestuurslid Ina Helderman, die in september 2021 werd geïnterviewd. Ook haar zus Laura Kwast kwam in Onze Gids aan het woord, in oktober van dat jaar.
Het interview is ook bijzonder omdat Petra in de week voorafgaand aan het telefonisch vraaggesprek is ontslagen uit het hospice, waar ze drie weken was opgenomen. Haar gezondheid is nu zover verbeterd dat ze in huis zelf weer een en ander kan doen. Ze kan een kleine wandeling maken en samen met haar man de hond uitlaten.
In principe doet ze nu zoveel mogelijk weer zelf, in een aangepast tempo, samen met haar man. Geen spectaculaire dingen, maar als je drie weken in het hospice bent opgenomen geweest dan zijn dit wel wonderbaarlijke positieve ervaringen.
Zoals al is gemeld in de interviews met Ina en Laura speelt erfelijke aanleg voor een visuele beperking in de familie een belangrijke rol. Geen wonder dat de oogproblematiek al vroeg werd ontdekt. Petra kon wel de kleuterschool bezoeken in Tuitjenhorn, waar het gezin toen woonde. Ook speelde ze veel met andere kinderen op straat. Ze heeft heel dierbare herinneringen aan deze tijd.
Maar voor de basisschool werd toch de keuze gemaakt voor het gespecialiseerde instituut in Huis ter Heide, de Prins Alexander Stichting. Daar was ze intern, dat wil zeggen van zondagavond tot vrijdagmiddag. Ze bezocht er de slechtzienden school.
Elke dag stond er wel iets leuks op het programma zo herinnert Petra zich, muziek, gymnastiek, zwemmen, absoluut geen sombere tijd.
Na de lagere school verliet ze dit internaat en ging ze naar Alkmaar, naar de huishoudschool. In het vierde leerjaar ging haar schoolopleiding eigenlijk op een vanzelfsprekende wijze over in een arbeidssituatie. Ze ging werken in een hotel in Bergen, als kamermeisje. Alle voorkomende werkzaamheden stonden op het programma.
Meestal werkte ze ’s ochtends en ’s avonds, ’s middags was ze vrij. Zowel op het voortgezet onderwijs als op haar eerste baan kijkt Petra met plezier terug. Bergen was ook een mooie omgeving om te werken, een prachtig duinenlandschap en aardige mensen. Het hotel was zomer en winter open, 365 dagen per jaar.
Dat het haar daar erg goed beviel blijkt wel uit het feit dat ze er maar liefst zeven jaar en drie maanden is gebleven. Ze kon zich goed redden met haar werk in dit hotel, met voldoende afwisseling in werkzaamheden van huishoudelijke aard en prettige collega’s.
Haar oogstoornis, cataract (haar ooglens is troebel) en nystagmus (snel heen en weer bewegen van de ogen, zonder dat dit is te stoppen) belemmerden haar wel enigermate, maar niet zodanig dat ze haar werk niet goed kon doen.
Waarom vertrok ze uit Alkmaar en ging ze totaal ander werk doen? Petra vertelt dat ze een sterke roeping voelde om zich in te zetten voor zendingswerk vanuit de Kerk van Jezus Christus van de heiligen der Laatste Dagen. Dit is een wereldwijde christelijke geloofsgemeenschap met zestien miljoen leden.
Heiligen der laatste dagen geloven dat ons leven onderdeel uitmaakt van een door God ingesteld plan. En in dit plan paste het dat Petra zendingswerk ging doen in verschillende plaatsen in Nederland, onder andere in Rotterdam, Emmen, Amsterdam, Apeldoorn en Leeuwarden.
Mensen op straat aanspreken en ontmoeten en op Gods heilsplan attenderen, of dit doen tijdens vergaderingen en kerkelijke bijeenkomsten. Op dit jaar van actieve inzet voor kerkelijk werk ziet ze met veel voldoening terug. Ze heeft heel veel mensen ontmoet en heeft prachtige anekdotes uit die tijd. Ze ging altijd op pad met een collega, je was altijd met z’n tweeën. Soms was er ook iemand bij uit de Verenigde Staten, want daar is het hoofdkantoor gevestigd van dit kerkgenootschap. Ja, je kunt dit werk wel een tijdje doen, maar er moet uiteindelijk ook wel brood op de plank komen, dus moest Petra weer aan het gewone werk.
Ze kwam terecht in Amsterdam, ging werken in het AMC, trouwde en kreeg een dochter Cynthia. Petra stopte met haar werk en kon zich helemaal op de zorg voor Cynthia richten. Niet alles ging van een leien dakje, want haar dochter heeft ook een familiaire oogafwijking, waardoor ze regelmatig voor medische controles naar het ziekenhuis moest.
Petra vertelt dat ze erg heeft genoten getuige te zijn van het opgroeien van Cynthia. Haar eerste woordjes, de eerste stapjes, voor ’t eerst naar school, als moeder wil je deze markante ontwikkelingsmomenten graag bewust meemaken. Inmiddels is deze dochter 32 jaar. Ondanks de visuele beperking heeft zij haar studie rechten afgerond en werkt nu als juridisch medewerker bij een bank. Met terechte moedertrots vertelt Petra dit verhaal.
Toen Cynthia een jaar of tien of twaalf was is Petra weer gaan werken. Ze vond een baan in de gehandicaptenzorg, werk dat op haar lijf was geschreven. Bij deze instelling heeft ze acht jaar gewerkt en bijna 12½ jaar geleden kon ze vergelijkbaar werk vinden, maar veel dichter bij huis. Eind september werd ze ziek en in november kwam er door het ziekteverlof een abrupt einde aan haar prachtige werk met en voor de gehandicapte cliënten: samen maaltijden bereiden, helpen bij het eten, het ontbijt en de lunch verzorgen en diverse werkzaamheden in het huis verrichten.
Tot dan toe was ze nooit ziek, ze had nog nooit één dag verzuimd. Nu ze met ziekteverlof is en ze daardoor het 12½ jarig jubileum net niet haalt, werd er afgelopen zaterdagochtend een theemomentje georganiseerd. Op die manier was er weer even gewoon contact met de bewoners, eigenlijk zoals de cliënten altijd op haar reageerden en met haar optrokken. Even weer gewoon onder elkaar, geen ernstige emoties maar op een vanzelfsprekende wijze in elkaars gezelschap verblijven en met elkaar in gesprek zijn.
Toen ze in september vorig jaar de diagnose te horen kreeg, een kwaadaardige tumor ‑ niet te genezen, was dat natuurlijk wel een enorme klap. Het duurde een paar dagen maar daarna was de boodschap geland en sindsdien probeert ze er het beste van te maken. Positief blijven, dat is altijd haar leidmotief geweest, toen ze op school zat, in haar gezinsleven en op haar werk.
En ook nu weer. Elke dag ervaart ze als een geschenk. Ze voelt zich gesterkt door haar geloof. Maar ook de meer dan dertig kaarten die ze kreeg voor Valentijnsdag, de auto die haar en haar man Erik ter beschikking is gesteld om naar het ziekenhuis te rijden, allemaal tekenen van vriendschap en bemoediging.
Petra is in 2019 lid geworden van de NCB. Ze hoeft niet lang na te denken over de vraag wie haar op deze vereniging heeft geattendeerd. Dat is natuurlijk haar moeder Ina. Helaas heeft ze maar weinig kunnen deelnemen aan activiteiten, corona was een verschrikkelijke spelbreker.
Uiteraard heeft ze de interviews met haar moeder en haar zus wel gelezen. En ja, hoe kwetsbaar haar gezondheid op dit moment ook is, ze wil best meewerken aan een interview in Onze Gids. Want ze heeft een positief bericht voor de lezers, het heilsplan van God met mensen. Ook nu ze ziek is wil ze de NCB‑leden hier graag op attenderen en van het belang daarvan overtuigen.
Na het vraaggesprek geeft Petra aan dat ze er niet moe van is geworden, met de twee interviewers ruim een uur aan de telefoon zitten. En straks gaat ze nog even een klein wandelingetje maken, met het hondje, tien jaar oud. Met de lift van tweehoog naar de begane grond en dan lekker even buiten zijn, even een frisse neus halen. Ze woont in Amsterdam‑Buitenveldert, dicht bij het Amsterdamse Bos, waar je heerlijk kunt wandelen. Zo geniet ze van elk moment van de dag. Genieten van kleine dingen. Het was een bijzonder interview, met een bijzonder persoon, met een positieve boodschap.