Wie zou er niet graag in een rustig, landelijk dorp willen wonen, met in de directe omgeving prachtige heidevelden, imposante bossen met stokoude eiken en dennen, smalle paadjes en een kronkelend beekje. Dat voorrecht geniet Sam Brussee, want hij woont in Wolfheze, een dorp aan de zuidrand van de Veluwe. Zijn appartement is onderdeel van Woonzorgcentrum Het Schild, een modern centrum voor mensen met een visuele beperking. Het Schild is volledig ingericht met het oog op deze doelgroep. Bewoners kunnen er terecht in een zorgwoning of in een aanleunwoning, waarbij in beide gevallen gebruik gemaakt kan worden van zorg-op-maat.
Wij verstoren de ochtendrust van Sam, door al om tien uur aan de telefoon te hangen, klaar voor het interview. Telefoon op luidsprekerstand en pen en papier in de aanslag. Wolfheze is al de zoveelste woonplaats van Sam, die is geboren in Leiden, in 1937, dus net voor de oorlog. Hij groeide op in een gezin met vijf kinderen. Hij was de een-na-jongste. Al vroeg viel zijn slechtziendheid op en werd retina pigmentosa vastgesteld. De lagere school kon hij met pijn en moeite tot een goed einde brengen. Maar daarna zat er niets anders op dan naar Bartiméus in Zeist te verhuizen. Waar hij nu heel dankbaar voor is, is dat hij er heel goed braille heeft geleerd. Braille verruimt je wereld, zo heeft hij ervaren.
Sam was een goede, intelligente leerling. Hij sloot zijn opleiding bij Bartiméus niet alleen af met een diploma voortgezet onderwijs, maar ook met Nederlandse handelscorrespondentie, steno en typen. Toch kijkt hij met gemengde gevoelens terug op die tijd. Hij heeft in Zeist veel geleerd en wonen in een besloten groepsverband had zo z’n voordelen. Het gaf hem veel vrijheid. Toch leefde hij gescheiden van zijn ouders, broers en zus. Hij groeide niet thuis op, een gemis, had last van heimwee. Het was een besloten wereldje, waarin iedereen iedereen kende, wat soms wel benauwend was. Toen hij op 20-jarige leeftijd weer bij zijn ouders ging wonen in Leiden kwam hij vanuit die veilige, aangepaste wereld terug in de keiharde realiteit van elke dag. Inmiddels, zo weet Sam, is er veel veranderd in de centra voor kinderen en jeugdigen met een visuele beperking. De voorbereiding op de maatschappij is veel beter geworden dan destijds. De samenleving is meer gericht op inclusiviteit. Terug in Leiden werden na een half jaar Sams sollicitatiepogingen met succes bekroond. Hij kon aan de slag in het Academisch Ziekenhuis om er brieven van doctoren uit te typen. Eerst was het wel heel moeilijk, om je de medische termen eigen te maken, aldus Sam. Maar allengs ging dat beter.
Toen hij op de lagere school zat en nog thuis woonde was Sam al begonnen met muziekles. Eerst één jaar orgelles en daarna drie jaar vioolles. Een piano behoorde niet tot de mogelijkheden, daar was geen geld voor. Het was best moeilijk door z’n slechtziendheid om de stukken in te studeren. Maar Sam was muzikaal aangelegd en was een doorzetter. Op Bartiméus kon hij beginnen met pianoles, dat was zijn ‘grote liefde’: hét instrument waar hij zijn zinnen op had gezet. Instuderen van muziek in braille is een zeer moeizaam en tijdrovend proces, omdat je alles uit het hoofd moet leren. Eigenlijk was zijn droom verder te gaan in de muziek. Dus toen hij na zijn diplomering bij Bartiméus dit centrum mocht verlaten en een baan aan het Academisch Ziekenhuis in Leiden had gevonden, greep hij als begin-twintiger met beide handen de kans aan om ’s avonds vanuit Leiden aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag piano te gaan studeren.
Op een gegeven moment zag hij een advertentie waar een teamleider werd gezocht in Roermond voor vijftien personen die in GSW-verband boeken, tijdschriften, enzovoort moesten omzetten in braille. Zelf kwam hij in dienst van de Bibliotheek in Den Haag. De vijftien medewerkers waren ingeschreven bij het plaatselijke werkvoorzieningsschap. Dat heeft hij een paar jaar gedaan en ondertussen ging hij verwoed door in de muziek. Dat enorme doorzettingsvermogen was de directeur van de plaatselijke muziekschool al opgevallen. Toen deze een blinde gitaarleraar aanstelde verzamelde Sam al z’n moed en vroeg de directeur of hij misschien ook een blinde pianoleraar kon gebruiken. Om hem te kunnen aanstellen moest Sam wel eerst het conservatorium afmaken. Gelukkig kwam hij in aanmerking voor een beurs, waardoor hij in dagstudie kon afstuderen aan het conservatorium van Maastricht. Wat heb ik veel geluk gehad, aldus Sam. Deze directeur is een enorme stimulans geweest, iemand die vertrouwen in mij had. Sam combineerde zijn baan aan de muziekschool in Roermond met een aanstelling in Tegelen en nog een paar andere plaatsen. Ook had hij privéleerlingen. Hij heeft zo’n twintig jaar les gegeven aan de muziekscholen in Noord-Limburg.
In die tijd leerde hij zijn echtgenote Bep kennen. Zij was Nijmeegse, maar ze werkte als secretaresse in Eindhoven. Het werd een huwelijk van bijna vijftig jaar. Dankbaar vertelt Sam over zijn vier kinderen, drie dochters en één zoon. Inmiddels zijn er zes kleinkinderen, vier meisjes en twee jongens. Muziek speelde een grote rol in het gezin Brussee, alle kinderen zijn muzikaal en ook bij de kleinkinderen zit het in de genen. Dochter Dionne is als semiprofessioneel pianist-zangeres het meest actief op muzikaal gebied. Samen met haar heeft Sam in juni een concert gegeven in Het Schild, met onder andere muziek van Schumann, hij achter de piano, dochter Dionne zang. Daarop zijn veel positieve reacties gekomen. Lastig is wel dat zijn gehoor langzamerhand wat achteruit gaat. Maar desondanks geniet hij nog volop van muziek. Sam vertelt geëmotioneerd hoe de laatste jaren van zijn echtgenote Bep verliepen. In 2012 onderging ze een openhartoperatie. Op zich verliep de ingreep goed, maar daarna werden er verschijnselen van dementie duidelijk. Uiteindelijk ging Bep naar een verpleeghuis, waar Sam haar elke dag bezocht. Ze overleed in 2016. Sam ziet met dankbaarheid terug op het feit dat hij tot het laatst toe de energie heeft gehad jarenlang elke dag naar het verpleeghuis, naar Bep, te gaan.
Sam is sinds augustus 2004 lid van de NCB. Hij heeft voor deze vereniging gekozen vanwege het feit dat de geloofsovertuiging een belangrijke rol speelt. De NCB heeft een duidelijke identiteit. Hij is eigenlijk niet zo’n verenigingsmens, in grote groepen functioneren is lastig voor hem. Daarom heeft hij ook nooit een bestuursfunctie geambieerd. Maar de laatste Ontmoetingsdag in augustus jongstleden op de Hoge Veluwe was geweldig. Sam heeft enorm genoten van de fietstocht, op een tandem. En de dag was prima georganiseerd.
In 2010 is er een boek van zijn hand verschenen. Dat gebeurde eigenlijk bij toeval. Hij nam deel aan een cursus op het Loo-erf: schrijf je eigen levensverhaal. Er waren drie weekendbijeenkomsten. Sams concepten werden heel positief beoordeeld door de cursusleiding. Zij stimuleerden hem om zijn teksten uit te werken in boekvorm. Hij beschrijft daarin hoe hij vanaf zijn vroegste jeugd heeft moeten leren omgaan met zijn visuele handicap. Hoe reageer je op onbegrip van de leraren op school, op het isolement waarin je als puber verkeert, op teleurstellingen in het verdere leven? De titel van het boek is ‘Terugblik op het ongeziene’.
Nog steeds zit Sam vrijwel dagelijks achter de piano. Hij oefent met enkele anderen ook regelmatig stukken in voor vier handen, quatre mains. Zou dit iets zijn voor een bijeenkomst van de NCB? Sam zal er over nadenken en gaat overleggen met zijn collegae musici. En met deze in principe afspraak komt er een eind aan het telefonisch interview. Halverwege het gesprek was er even een pauze van een kwartier ingelast. Op die manier was het voor Sam goed vol te houden. Hartelijk nemen we afscheid en hopen elkaar te zien op de ALV in Ermelo op 12 november a.s. Op de valreep meldt Sam nog enthousiast: het muziekstuk van Georges Bizet: ‘Jeux d’ Enfants’, korte stukjes, met een uitleg van mij er tussendoor, zou dat wat zijn? We kijken uit naar de NCB-bijeenkomst van november.