In gesprek met Tonnie en Karla den Otter

Het vraaggesprek in deze serie, dit keer met Tonnie en Karla den Otter, heeft een heftig begin. We zijn in gesprek met een echtpaar dat corona aan den lijve heeft ondervonden. Tonnie zelfs in ernstige mate.

De vragenstellers in Dalfsen, Hennie en Frits, zijn online verbonden met Tonnie en Karla in Vugt, een plaats dicht bij Den Bosch. De NCB heeft dus ook leden die beneden de grote rivieren wonen, in het katholieke Brabant.

Alsof het gisteren is gebeurd vertelt Tonnie: Op 23 april 2020 werd ik met spoed per ambulance naar het ziekenhuis in Den Bosch gebracht. Binnen de kortste keren lag ik op intensive care, tien dagen lang. De angst voor covid zit er dus goed in. Zijn echtgenote Karla werd de volgende dag, de 24ste opgenomen, nadat ze al een tijdje ziek thuis was geweest. Zij heeft veel korter in het ziekenhuis gelegen en had het ook minder erg. Ze mocht de 30ste weer naar huis. Tonnie had altijd heel gezonde longen, niks aan de hand zou je denken. Maar de gevolgen van corona voor hem waren heel intens. Nu, na een jaar, heeft hij nog steeds begeleiding door een fysiotherapeut. Aanvankelijk na het ontslag uit het ziekenhuis: twee keer per week therapie aan huis, na verloop van tijd één keer per week, ten slotte nog één keer in de veertien dagen, tot begin april 2021. Maar de “men’s club”, het groepje mannen van de fysiotherapie, dat bestaat nog steeds en komt nog altijd bij elkaar. Tonnie voelt zich nu redelijk goed hersteld en denkt erover een abonnement te nemen bij een sportschool zodra dat weer kan. Gelukkig is hij nu gevaccineerd. Op 19 mei kreeg hij van de huisarts de covid-injectie. Dat geeft wel een veilig gevoel. Het coronavirus heeft hij waarschijnlijk opgelopen tijdens het werk, na de carnavalsperiode 2020.  Voorzichtig blijven, dat is ook nu nog steeds zijn parool.

We hebben te maken met twee rasechte Brabanders. Tonnie is op 21 oktober 1960 geboren in ‘s-Hertogenbosch. Zijn vrouw Karla is geboren in Breda en is opgegroeid in Prinsenbeek. Op hun gezamenlijk werk ontstond er iets moois tussen deze twee mensen. Ze wonen sinds hun huwelijk in 2004 in Vught, dat bekend is van concentratiekamp Kamp Vught uit de Tweede Wereldoorlog. Op het  voormalige kampterrein zijn nu naast het museum ook een gevangenis gehuisvest, een Moluks woonoord en twee kazernes. Vught is een geliefde woonplaats vanwege het vele groen, talrijke parken en landgoederen, voorts kazernes, kloosters en zorginstellingen.

Tonnie maakt deel uit van een gezin met twaalf kinderen, één zusje is al jong gestorven. Zes kinderen van het gezin waren getroffen door een aangeboren visusstoornis, een beperking waar zij levenslang hinder van ondervinden, vier broertjes en twee zusjes. De meisjes verschillen hierin van de jongens. De zusjes waren niet kleurenblind, maar waren wel getroffen door bijziendheid. De jongens zijn kleurenblind en hebben problemen met licht en donker, staafjes- en kegeltjesproblematiek. Ook nuances kunnen ze niet goed waarnemen. Tonnie kan ’s avonds beter zien dan overdag. Hij kan wel diepte zien, iets waar Karla problemen mee heeft. Van het gezin waarin Tonnie opgroeide gingen de zes kinderen met visusproblematiek naar het speciaal onderwijs, naar blinden- en slechtziendenscholen.

Als zes-zevenjarig jochie vertrok Tonnie naar het internaat Sint Henricus, een instelling voor blinde- en slechtziende jongens in Nijmegen. Daar verbleven ook de drie andere broertjes van hem. Ze kwamen elkaar natuurlijk wel eens tegen, maar ze werden niet samen opgevangen in één groepshuis of in gezinsverband. Tonnie kwam terecht op een grote slaapzaal, met tien à vijftien jongens. Dat bleef zo gedurende alle klassen van de lagere school. De meeste internaatskinderen waren goed gebekt. En zie je dan maar te handhaven in zo’n grote groep. Tonnie heeft in het begin op het internaat veel gehuild, toen hij zijn vertrouwde omgeving moest verlaten en voor zichzelf moest leren opkomen. En je mocht maar één keer per veertien dagen een weekend naar huis. Toch ziet hij niet met wrok terug op deze periode van zijn leven. Hij begrijpt waarom het in die tijd er zo aan toe ging. De Fraters van Tilburg waren degenen die het onderwijs daar verzorgden. Pas vanaf klas zeven kreeg Tonnie een eigen kamertje. Gek eigenlijk, hij kreeg pas contact met meisjes toen hij veertien was. Frater Gervacius, de toenmalige directeur, wilde op zijn instituut alleen maar jongens. Pas toen er een nieuwe directeur kwam, toen Tonnie een jaar of veertien/vijftien was, veranderde dit. De school werd gemengd.

Na de lagere school bezocht hij het lhno, het lager huishoud- en nijverheidsonderwijs in Groesbeek. Hij bleef wel op het internaat, waar hij inmiddels zijn eigen kamertje had. Zoals hij er nu op terug kijkt hebben de fraters hem destijds wat schoolniveau betreft wel onderschat, hij heeft het gevoel dat hij ondergewaardeerd werd. Recent heeft hij nog een mbo-diploma behaald. Dat geeft veel voldoening. Tonnie kijkt echter niet met een verdrietig of boos gevoel terug op zijn jeugd. Bovendien er waren heel aardige onderwijzers.  Zo heeft hij nog steeds contact met oud-medewerkers van de school.

Twee zusjes van Tonnie werden opgevangen op het instituut voor blinde en slechtziende meisjes de Wijnberg in Grave. Het waren de Zusters van Liefde die daar de dienst uitmaakten. Inmiddels bestaan deze oude gerespecteerde instituten niet meer als zelfstandige scholen, maar Henricus en de Wijnberg maken nu deel uit van de  grotere onderwijskundige instelling Visio.

Hoe zijn Tonnie en Karla, inwoners van Noord-Brabant, bij de NCB terecht gekomen? Wel, dat is heel eenvoudig. Op de Zie-zo-beurs van het voorjaar 2018 in Utrecht kwamen ze in gesprek met de twee vertegenwoordigers van de NCB. Het was een plezierig onderhoud en na een paar dagen kregen ze via de post ook enige documentatie  toegezonden. Ja, sindsdien is Tonnie lid, Karla is zijn begeleider. In december 2019 hebben ze een bijeenkomst in Zwolle bijgewoond. Daarover zijn beiden heel enthousiast. Naar Zwolle gingen ze met Valys, maar soms reizen ze ook met de regiotaxi of met de trein. Gelukkig heeft Vught een NS-station. Dat biedt goede mogelijkheden om gebruik te maken van het openbaar vervoer.

Treinen hebben sowieso de belangstelling van Tonnie. Thuis, op zolder, heeft hij een emplacement voor zijn modelspoorbaan met Märklin treinen. Hier kan hij vele uren doorbrengen. Karla is graag bezig met diamond painting. Dit is een handwerkactiviteit die is overgewaaid uit China. Het is een prachtige hobby en Karla is hier zeer bedreven in. Ze heeft daarbij geen last van haar nachtblindheid en het feit dat ze geen diepte kan zien, want ze heeft een extra lichtbak waardoor ze het werkvlak goed kan zien. Diamond painting lijkt op schilderen met nummers, maar in plaats van verf gebruik je nu kleine facet geslepen steentjes. Als je zoals Karla de techniek goed beheerst en goed weet wat je moet doen, dan is het painten zeer ontspannend en het geeft veel voldoening wanneer het werkstuk voltooid is. Lezen kan Karla trouwens ook goed, maar in het verkeer en ook bijvoorbeeld met traplopen ervaart ze problemen, omdat ze geen diepte kan zien.

Een gezamenlijke hobby is muziek luisteren en actief musiceren. Tonnie zingt in een band, terwijl Karla de bongo (bepaald soort trommel) bespeelt. Dat kan Tonnie trouwens ook, soms wisselt hij dat af met zijn vocale bijdrage. Karla bespeelt de bongo met de hand, soms met stokken. En last but not least: ze fietsen graag, samen op de tandem. Tonnie voorop, hij kan immers diepte zien. Karla zorgt achterop voor de noodzakelijke ondersteuning.

Dit actieve stel is dagelijks al vroeg uit de veren. Tonnie is werkzaam in de schoonmaakbranche en Karla in de industriële verpakking. In de coronatijd werken heel veel mensen thuis. Dat is op de arbeidsterreinen waar Tonnie en Karla werkzaam zijn niet mogelijk. Dus gaan ze elke dag op tijd de deur uit.

Af en toe steken Tonnie en Karla een kaarsje aan in de Sint Janskathedraal in de binnenstad van Den Bosch. Een kaarsje aansteken in deze bijzondere kerk geeft deze geboren Brabanders een zeer voldaan gevoel. Temeer omdat door corona  bijvoorbeeld het veertig jarig arbeidsjubileum van Tonnie niet gevierd kon worden. Geen wonder dat beiden reikhalzend uitzien naar het moment waarop de NCB-leden weer naar bijeenkomsten kunnen gaan. Reken maar dat ze zich aanmelden zodra dat mogelijk is.

Wie eens contact wil met Tonnie of Karla kan contact opnemen met het verenigingsbureau in Zwolle. Daar zijn de adresgegevens van hen bekend.