Deel 16 – 100 jaar geschiedschrijving

De eerste tijd

De eerste jaarvergadering van de NCB wordt gehouden in het clubgebouw van de werkende vrouwen in de Nieuwe Looierstraat in Amsterdam op 16 mei 1925. Daar wordt de hartelijke toon geroemd in de onderlinge overleggen en geconstateerd dat de afdelingen Amsterdam en Rotterdam in verbondenheid samen werken.  

De tweede jaarvergadering van de NCB wordt in het nieuwe gebouw van Sonneheerdt in Ermelo gehouden in juni 1926. De afdelingen Amsterdam en Rotterdam zijn daar met ongeveer 50 leden en met nog enkele verspreid wonende leden samen met begeleiders en belangstellenden, in totaal ruim 80 personen.  

De statuten en het huishoudelijk reglement van de vereniging worden in deze vergadering definitief vastgesteld en het bestuur wordt gemachtigd de koninklijke goedkeuring aan te vragen. Met medewerking van Mr. Sikkel wordt die op 13 juli 1927 verkregen. De statuten en het huishoudelijk reglement kunnen helaas niet in braille gedrukt worden want de kosten van braille-drukwerk zijn voor de nieuwe vereniging te hoog. Daarom worden deze stukken door enkele dames vrijwillig handmatig geprikt in braille: letter voor letter, blad na blad en elk exemplaar afzonderlijk. Een hele klus.

De financiën zijn een probleem voor de nieuwe vereniging en voor haar terdege op de centen lettende penningmeesteresse. Over 1927/1928 wordt ƒ 37,50 aan contributie ontvangen en aan giften ƒ 8.-. Dankzij ondersteuning van de afdeling Amsterdam met een bijdrage van ƒ 73,515 en van ƒ 3,20 uit Ermelo komen de totale ontvangsten op ƒ 122,215. Na aftrek van de kosten lijkt er aanvankelijk een positief saldo te zijn van ƒ 33,96 maar met de kosten van het Maandblad is er dan toch nog een tekort van ƒ 31,04. 

Drie jaar na de oprichting telt de NCB 90 leden. In 1929 zijn er 110 leden. Eind 1934 bij het tienjarig bestaan, zijn er 171 leden. Bij het 25-jarig bestaan in 1949 is het aantal leden opgelopen naar 450. En de groei gaat door. In het jubileumjaar 1964 zijn er zelfs 956 leden. 

In 1926 maakt de NCB deel uit van een commissie die stenografie bewerkt voor het zgn. kortschrift in braille. Ook de arbeidsvoorziening voor blinden heeft – hoe kan het ook anders – de volle belangstelling van het Bondsbestuur. En reeds in 1929 richt de NCB zich samen met de collega-blindenbonden tot de minister van verkeer om aandacht te vragen voor de veiligheid van de blinde weggebruiker. In talloze plaatsen belegt de NCB diverse ontspanningsavonden om bekendheid te geven aan de NCB en aan haar werk voor blinden. Zelfs worden reeds in de beginjaren ‘30 van de vorige eeuw radio-uitzendingen verzorgd. Voor al deze activiteiten is de heer Wagemaker, hoofdbestuurslid en voorzitter van de afdeling Rotterdam, bijna iedere dag op pad om leden en donateurs voor de NCB te werven. Zijn propagandatoespraken en de muzikale prestaties van verschillende leden tijdens al die activiteiten zorgen voor nieuwe leden en donateurs. Het enthousiasme in de NCB is groot.

In de jaren vóór de Tweede Wereldoorlog groeit de NCB uit tot een vereniging met 8 plaatselijke en/of regionale afdelingen. Daarnaast kent de NCB vele verspreid in het land wonende leden. Diverse NCB-leden hebben zitting in plaatselijke en landelijke commissies ter behartiging van de belangen van blinden. Dat doen ze ook in de besturen van de Christelijke Blindenbibliotheek, van Bartiméus en van Sonneheerdt. Zo zet de NCB zich op vele terreinen en in verschillende situaties in voor het welzijn van hun medemens en brengt daarmee in praktijk wat vastgelegd is in haar doel en grondslag.