Deel 7 – 100 jaar geschiedschrijving

Sonneheerdt, ‘Vereeniging tot oprichting en instandhouding van Christelijke Tehuizen voor Blinden”.
In het voorjaar van 1916 midden in de Eerste Wereldoorlog, stelt de regering op verzoek van de Nederlandse Blindenbond een Staatscommissie in om te onderzoeken hoe de overheid het lot van blinden en half blinden kan verbeteren. Deze commissie wekt hoge verwachtingen maar komt na drie jaar met een teleurstellend advies: geen overheidssteun, slechts ondersteuning van particuliere blindenzorg. Maar ook dat valt tegen omdat al spoedig blijkt dat de overheid helemaal geen geld beschikbaar stelt zodat de blindenzorg helemaal afhankelijk blijft van particuliere ondersteuning en liefdadigheid.

Ook voor mevrouw Diepenhorst‑de Gaay Fortman is het advies van de commissie een tegenvaller. Zij streeft naar waardigheid van de blinden met een zelfstandige plaats in de maatschappij zodat ze onafhankelijk van anderen hun eigen brood kunnen verdienen. Daar ligt volgens haar een taak voor christelijke organisaties om dit te verwezenlijken en zo de achterstelling van blinden op te heffen. Dit is voor haar een duidelijke roeping. Zij weet diverse mensen hiervoor te interesseren en spant zich in om een christelijk tehuis voor blinden te verwezenlijken. Zij gaat voortvarend te werk, zorgt voor conceptstatuten voor een op te richten vereniging en belegt een vergadering van gelijkgezinden in Utrecht op 21 maart 1921. Van deze vergadering is voorzitter de zendingsarts J.G. Scheurer, lid van de Tweede Kamer en lid van de genoemde Staatscommissie. Hij roept op het werk onder blinden, als ‘werk van barnhartigheid dat God op onze schouders legt, met kracht aan te vatten en het van harte te steunen’. Ook mevrouw Jonkvrouw Verschuere, secretaresse van de Staatscommissie, is aanwezig. Zij geeft praktische informatie en vertelt wat allemaal nodig is om blinden op een goede wijze te huisvesten. Meteen op die eerste vergadering wordt besloten een vereniging op te richten van christelijke tehuizen voor blinden met de Bijbel als Gods onfeilbaar Woord.

Daarop wordt in Ermelo begin 1924 twaalf hectare bosgrond voor ƒ 8000 aangekocht en in drie weken tijds een ‑ overtekende ‑ 6% hypothecaire obligatielening van ƒ 100.000 afgesloten voor de financiering van een tehuis inclusief inrichting. Met de bouw wordt reeds begin 1925 begonnen. In dat jaar krijgt de nieuwe vereniging de naam Sonneheerdt.

De oprichting van Sonneheerdt heeft een tweeërlei doel: een tehuis bieden aan blinden om in een christelijke sfeer te kunnen wonen en werk bieden aan blinden om in eigen onderhoud te kunnen voorzien. Het bestuur geeft hierbij duidelijk aan dat werken een van Gods grote zegeningen is.

In het voorjaar van 1926 worden de eerste bewoners en werkers welkom geheten en wordt het werk opgestart. Het is belangrijk om de medewerkers te scholen en ze passend werk te bieden. Daarvoor doet Sonneheerdt veel onderzoek in binnen‑ en buitenland. Het brailledrukwerk neemt een grote plaats in evenals het manden maken, stoelenmatten en borstels maken voor huishoudelijk gebruik. De brailledrukkerij en binderij maakt veel leesboeken en bijbels in braille maar ook krijgen veel kerkstoelen op Sonneheerdt een biezen of rieten zitting en trekken Sonneheerdt verkopers het land door om Sonneheerdt‑artikelen aan de man en aan de vrouw te brengen. Door al dit werk kan aan blinde werknemers een waardig bestaan gegeven worden en wordt Sonneheerdt een begrip in ons land.